Zoek binnen het forum
Vraag: Weigering bouwvergunning
Naam: Poelman, van Roden Staal (datum: 09-04-2005 16:23)
Beste,
Ik heb bij mijn gemeente een bouwaanvraag ingediend voor het bouwen van een garage/berging. Het gaat om een aanvraag volgens de licht-bouwvergunningplichtige procedure. Nu is geconstateerd dat deze aanvraag niet voldoet aan het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan schrijft namelijk voor dat bijgebouwen minimaal 3 meter achter het verlengde van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw dienen te worden gebouwd. In mijn aanvraag is het bijgebouw gesitueerd op 2,3 meter achter voorgenoemde gevel. Aangezien mijn aanvraag dus strijdig is met het bestemmingsplan wordt mij geadviseerd om de aanvraag aan te passen, mede omdat er geen vrijstelling verleend kan worden voor de huidige situering.
De gemeente heeft mij een kopie van het bestemmingsplan toegestuurd, hierin staat de volgende regel: uitbouwen, voorzover deze niet voldoen aan het bepaalde onder a, en al dan niet vrijstaande bijgebouwen, met uitzondering van carports, dienen 3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, dan wel niet minder dan de afstand van de bestaande uitbouw of het bestaande al dan niet vrijstaande bijgebouw tot (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw indien deze minder bedraagt.
Nu gaat het om het laatste stuk van deze zin. Wij hebben een bestaande uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw waarvan de voorgevel op 2,3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw ligt. Ik ben van mening dat de voorgevel van de garage/berging in lijn mag worden gebouwd met de voorgevel van de bestaande uitbouw. De gemeente denkt hier echter anders over.
Graag zou ik advies willen hebben over dit geschil dat ik heb met de gemeente. Wie heeft het bij het rechte eind? Hoe moet het laatste stuk van de regel uit het bestemmingsplan worden opgevat? De gemeente adviseerde mij om de aanvraag aan te passen zodat de voorgevel van de garage/berging 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw komt te liggen. Zodra de bouwvergunning dan verleend zou worden, zou ik een bezwaar ik kunnen dienen over de situering van het bijgebouw. Is dit een normale procedure? Je gaat toch geen bezwaar maken op je eigen bouwvergunning?
Graag advies.
Groet,
E. Poelman
Reageer
Naam: Poelman, van Roden Staal (datum: 09-04-2005 16:23)
Beste,
Ik heb bij mijn gemeente een bouwaanvraag ingediend voor het bouwen van een garage/berging. Het gaat om een aanvraag volgens de licht-bouwvergunningplichtige procedure. Nu is geconstateerd dat deze aanvraag niet voldoet aan het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan schrijft namelijk voor dat bijgebouwen minimaal 3 meter achter het verlengde van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw dienen te worden gebouwd. In mijn aanvraag is het bijgebouw gesitueerd op 2,3 meter achter voorgenoemde gevel. Aangezien mijn aanvraag dus strijdig is met het bestemmingsplan wordt mij geadviseerd om de aanvraag aan te passen, mede omdat er geen vrijstelling verleend kan worden voor de huidige situering.
De gemeente heeft mij een kopie van het bestemmingsplan toegestuurd, hierin staat de volgende regel: uitbouwen, voorzover deze niet voldoen aan het bepaalde onder a, en al dan niet vrijstaande bijgebouwen, met uitzondering van carports, dienen 3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, dan wel niet minder dan de afstand van de bestaande uitbouw of het bestaande al dan niet vrijstaande bijgebouw tot (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw indien deze minder bedraagt.
Nu gaat het om het laatste stuk van deze zin. Wij hebben een bestaande uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw waarvan de voorgevel op 2,3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw ligt. Ik ben van mening dat de voorgevel van de garage/berging in lijn mag worden gebouwd met de voorgevel van de bestaande uitbouw. De gemeente denkt hier echter anders over.
Graag zou ik advies willen hebben over dit geschil dat ik heb met de gemeente. Wie heeft het bij het rechte eind? Hoe moet het laatste stuk van de regel uit het bestemmingsplan worden opgevat? De gemeente adviseerde mij om de aanvraag aan te passen zodat de voorgevel van de garage/berging 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw komt te liggen. Zodra de bouwvergunning dan verleend zou worden, zou ik een bezwaar ik kunnen dienen over de situering van het bijgebouw. Is dit een normale procedure? Je gaat toch geen bezwaar maken op je eigen bouwvergunning?
Graag advies.
Groet,
E. Poelman
Reageer
Re: Weigering bouwvergunning
Naam: Ing. J. Raatjes , van Bouwadviesbureau Raatjes (datum: 11-04-2005 14:23)
Heeft de gemeente aangegeven waarom zij geen vrijstelling willen verlenen? Op grond van artikel 46, lid 3 van de Woningwet dient een aanvraag om bouvergunning die slechts kan worden ingewilligd na vrijstelling als bedoeld in artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mede geacht een verzoek om zodanige vrijstelling in te houden.
Indien het bouwplan is gelegen in de bebouwde kom komt een bijgebouw bij een woongebouw in de bebouwde kom op grond van artikel 20, lid 1 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening in aanmerking voor de toepassing van artikel 19, derde lid van de Woningwet. Hierbij dient te worden aangetekend dat indien de gemeente beleid heeft omtrent de toepassing van artikel 19 lid 3 dit lastig wordt, omdat het bestuursorgaan op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht overeenkomstig de beleidsregel dient te handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Deze bijzondere omstandigheid dient u in dat geval zelf aan te tonen, danwel te motiveren.
Een lap tekst, maar ik ga er van uit u hiermee voldoende van dienst te zijn geweest.
Naam: Ing. J. Raatjes , van Bouwadviesbureau Raatjes (datum: 11-04-2005 14:23)
Heeft de gemeente aangegeven waarom zij geen vrijstelling willen verlenen? Op grond van artikel 46, lid 3 van de Woningwet dient een aanvraag om bouvergunning die slechts kan worden ingewilligd na vrijstelling als bedoeld in artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mede geacht een verzoek om zodanige vrijstelling in te houden.
Indien het bouwplan is gelegen in de bebouwde kom komt een bijgebouw bij een woongebouw in de bebouwde kom op grond van artikel 20, lid 1 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening in aanmerking voor de toepassing van artikel 19, derde lid van de Woningwet. Hierbij dient te worden aangetekend dat indien de gemeente beleid heeft omtrent de toepassing van artikel 19 lid 3 dit lastig wordt, omdat het bestuursorgaan op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht overeenkomstig de beleidsregel dient te handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Deze bijzondere omstandigheid dient u in dat geval zelf aan te tonen, danwel te motiveren.
Een lap tekst, maar ik ga er van uit u hiermee voldoende van dienst te zijn geweest.
Re: Weigering bouwvergunning
Naam: Poelman , van Roden Staal (datum: 11-04-2005 22:41)
De reden waarom de gemeente geen vrijstelling mag verlenen is omdat er geen vrijstellingsbevoegdheidbepaling is opgenomen in het bestemmingsplan dat betrekking heeft op de gestelde bepaling.
Wat je met de tweede alinea van je reactie bedoeld is me geheel onduidelijk. Graag even nader verklaren.
E. Poelman
Reageer
Naam: Poelman , van Roden Staal (datum: 11-04-2005 22:41)
De reden waarom de gemeente geen vrijstelling mag verlenen is omdat er geen vrijstellingsbevoegdheidbepaling is opgenomen in het bestemmingsplan dat betrekking heeft op de gestelde bepaling.
Wat je met de tweede alinea van je reactie bedoeld is me geheel onduidelijk. Graag even nader verklaren.
E. Poelman