Zoek binnen het forum
Vraag: daglichttoetreding
Naam: miriam egas, van J&S Architekten (datum: 29-03-2000 11:58)
Voor woningen in een appartementengebouw heb ik het gelijkwaardigheidsbeginsel toegepast.
We hebben in principe te diepe woningen om de gewenste daglichttoetreding te behalen.
Deze woningen hebben derhalve niet zoveel geveloppervlak en de balkons zijn relatief diep waardoor ik een belemmeringshoek van 71 graden heb en dus het daglichtoppervlak van de ramen 0 wordt.
Om toch aande eisen te voldoen verplaatsen we virtueel de gevelpui naar de rand van het balkon omdat het qua beleving in de kamer in principe niet uitmaakt waar de pui staat. We tellen vervolgens de oppervlakte van het balkon bij het verblijfsgebied en het gebruiksoppervlak en voldoen zodoende wel.
De bouwvergunning is verleend :)
Is dit daadwerkelijk een goede toepassing van het gelijkwaardigheidsbeginsel?
Met vriendelijke groet en hopend op een antwoord!
Miriam Egas
Reageer
Naam: miriam egas, van J&S Architekten (datum: 29-03-2000 11:58)
Voor woningen in een appartementengebouw heb ik het gelijkwaardigheidsbeginsel toegepast.
We hebben in principe te diepe woningen om de gewenste daglichttoetreding te behalen.
Deze woningen hebben derhalve niet zoveel geveloppervlak en de balkons zijn relatief diep waardoor ik een belemmeringshoek van 71 graden heb en dus het daglichtoppervlak van de ramen 0 wordt.
Om toch aande eisen te voldoen verplaatsen we virtueel de gevelpui naar de rand van het balkon omdat het qua beleving in de kamer in principe niet uitmaakt waar de pui staat. We tellen vervolgens de oppervlakte van het balkon bij het verblijfsgebied en het gebruiksoppervlak en voldoen zodoende wel.
De bouwvergunning is verleend :)
Is dit daadwerkelijk een goede toepassing van het gelijkwaardigheidsbeginsel?
Met vriendelijke groet en hopend op een antwoord!
Miriam Egas
Reageer
Reactie: daglichttoetreding
Naam: Adrie Holtzer , van BABH Bouwadviesburo A. Holtzer (datum: 04-04-2000 20:07)
Het balkon is, zie NEN 2580 blz. 6, een overdekte gebouwgebonden buitenruimte.
Ter verduidelijking wordt in figuur B1 op blz. 48 van dezelfde norm (onder normtekst NEN 2580) aangegeven dat een gebouwgebonden buitenruimte buiten het gebruiksoppervlakte valt.
De eis inzake daglichttoetreding, volgens art. 39 BB, heeft betrekking op het verblijfsgebied en staat in afdeling 2 (t.w. eisen betreffende gezondheid) van het BB.
Het verblijfsgebied maakt, conform art. 44 BB, deel uit van het gebruiksoppervlakte.
De begripsomschrijving van het verblijfsgebied vlgs. art. 1n BB begint met de tekst "besloten ruimte...."
Het balkon kan o.g.v. bovenstaand niet tot het gebruiksoppervlakte en niet tot het verblijfsgebied worden gerekend.
Door dit wel te doen (en bedoeld balkon is de enige buitenruimte welke geeist wordt volgens art. 49 BB) is men met dit artikel eveneens in strijd.
Bovendien heeft de gebruiker bij een virtuele verplaatsing geen (en zelfs geen minimale 0,5 m2 voor een verblijfsruite) daglichttoetreding.
U zegt dat het qua beleving niet uitmaakt waar de pui staat en plaatst deze naar de rand van het balkon, maar gaat in de opbrengst van uw argumenten uit van het tegenovergestelde (want de gebruiker kan van dat balkon geen gebruik maken als "verblijfs"gebied.
Mijns inziens is de vergunning op dit onderdeel ten onrechte verleend omdat er geen juiste tegenprestatie is geleverd.
Reageer
Naam: Adrie Holtzer , van BABH Bouwadviesburo A. Holtzer (datum: 04-04-2000 20:07)
Het balkon is, zie NEN 2580 blz. 6, een overdekte gebouwgebonden buitenruimte.
Ter verduidelijking wordt in figuur B1 op blz. 48 van dezelfde norm (onder normtekst NEN 2580) aangegeven dat een gebouwgebonden buitenruimte buiten het gebruiksoppervlakte valt.
De eis inzake daglichttoetreding, volgens art. 39 BB, heeft betrekking op het verblijfsgebied en staat in afdeling 2 (t.w. eisen betreffende gezondheid) van het BB.
Het verblijfsgebied maakt, conform art. 44 BB, deel uit van het gebruiksoppervlakte.
De begripsomschrijving van het verblijfsgebied vlgs. art. 1n BB begint met de tekst "besloten ruimte...."
Het balkon kan o.g.v. bovenstaand niet tot het gebruiksoppervlakte en niet tot het verblijfsgebied worden gerekend.
Door dit wel te doen (en bedoeld balkon is de enige buitenruimte welke geeist wordt volgens art. 49 BB) is men met dit artikel eveneens in strijd.
Bovendien heeft de gebruiker bij een virtuele verplaatsing geen (en zelfs geen minimale 0,5 m2 voor een verblijfsruite) daglichttoetreding.
U zegt dat het qua beleving niet uitmaakt waar de pui staat en plaatst deze naar de rand van het balkon, maar gaat in de opbrengst van uw argumenten uit van het tegenovergestelde (want de gebruiker kan van dat balkon geen gebruik maken als "verblijfs"gebied.
Mijns inziens is de vergunning op dit onderdeel ten onrechte verleend omdat er geen juiste tegenprestatie is geleverd.