Zoek binnen het forum
Vraag: gelijkwaardigheid brandmeldinstallaties
Naam: Ronald, van 2Advise bouwadvies (datum: 28-11-2007 09:10)
Ik heb een fysiotherapiepraktijk op de bg onder een app. gebouw (allemaal nieuwbouw). Zie de bijlage.
Op basis van dimensies van de fysio (kleine opp., 1 bouwlaag) is er geen brandmeldinstallatie en ontruimingsinstallatie benodigd. Echter, vanwege doodlopende gangen dient in beginsel gedeeltelijke ruimtebewaking middels automatische brandmelders te worden ge?nstalleerd.
Gezien de beperkte omvang van de praktijk ben ik van mening dat het voldoende en gelijkwaardig is om 'stand-alone' automatische brandmelders toe te passen. Daarmee wordt voorkomen dat de automatische brandmelders gekoppeld moeten worden aan een brandmeldcentrale hetgeen een forse kostenbesparing tot gevolg zal hebben. Er wordt met 'stand-alone' automatische brandmelders naar mijn mening voldaan aan de achtergrond van de eis: aanwezige personen in een vroeg stadium waarschuwen. Voorwaarde is wel dat zij een voldoende luid signaal produceren zodat het signaal in alle ruimtes hoorbaar is. Eventueel kan dit gerealiseerd worden door het onderling koppelen van de melders.
Maar de brandweer gaat hier in beginsel niet mee akkoord, zij eisen gewoon een 'complete installatie' conform de bouwverordening. Wat vinden jullie?
Bijlage: platt.pdf Reageer
Naam: Ronald, van 2Advise bouwadvies (datum: 28-11-2007 09:10)
Ik heb een fysiotherapiepraktijk op de bg onder een app. gebouw (allemaal nieuwbouw). Zie de bijlage.
Op basis van dimensies van de fysio (kleine opp., 1 bouwlaag) is er geen brandmeldinstallatie en ontruimingsinstallatie benodigd. Echter, vanwege doodlopende gangen dient in beginsel gedeeltelijke ruimtebewaking middels automatische brandmelders te worden ge?nstalleerd.
Gezien de beperkte omvang van de praktijk ben ik van mening dat het voldoende en gelijkwaardig is om 'stand-alone' automatische brandmelders toe te passen. Daarmee wordt voorkomen dat de automatische brandmelders gekoppeld moeten worden aan een brandmeldcentrale hetgeen een forse kostenbesparing tot gevolg zal hebben. Er wordt met 'stand-alone' automatische brandmelders naar mijn mening voldaan aan de achtergrond van de eis: aanwezige personen in een vroeg stadium waarschuwen. Voorwaarde is wel dat zij een voldoende luid signaal produceren zodat het signaal in alle ruimtes hoorbaar is. Eventueel kan dit gerealiseerd worden door het onderling koppelen van de melders.
Maar de brandweer gaat hier in beginsel niet mee akkoord, zij eisen gewoon een 'complete installatie' conform de bouwverordening. Wat vinden jullie?
Bijlage: platt.pdf Reageer
Re: gelijkwaardigheid brandmeldinstallaties
Naam: >>>>>>>>>>>>>> (datum: 18-07-2008 08:23)
Brandbeveiligingsinstallaties
Doodlopend eind
Eis:
Samenvallende vluchtroutes en de hierop uitkomende ruimten dienen te zijn voorzien van een brandmeldinstallatie conform NEN 2535, NEN 2535/A1 (ruimtebewaking zonder directe doormelding naar de Brandweer) in combinatie met een automatische ontruimingsalarminstallatie conform NEN 2575.
(BV art. 2.6.2 lid 2 en 2.6.3 lid 1d,2 en 2.6.6 lid 2 en 2.6.7)
Opmerking:
Onder samenvallende vluchtroutes wordt verstaan:
- de loopafstand tussen de toegang van een verblijfsruimte en een punt vanwaar in meerdere
richtingen kan worden gevlucht, bedraagt meer dan 10 m of,
- het totale oppervlak van het gedeelte van de ruimte waardoor slechts in 1 richting kan worden
gevlucht alsmede de op dit gedeelte aangewezen verblijfsruimten groter is dan 200 m? of,
- het aantal verblijfsruimten dat is aangewezen op de betreffende ruimte meer dan 2 bedraagt .
- gebouwen met 1 vluchttrappenhuis.
Opmerking:
Als gelijkwaardige oplossing voor de brandmeldinstallatie dient het doodlopend einde te worden gedetecteerd middels rookmelders als omschreven in de vigerende NEN 2555. Hiertoe dienen alle verblijfsruimten te worden voorzien van een rookmelder. De rookmelders dienen te worden aangesloten op de netspanning. Daarnaast dienen alle rookmelders onderling te worden gekoppeld. Een verklaring van de installateur dat de gehele installatie is geprojecteerd en aangelegd conform de NEN 2555 dient bij de oplevering aanwezig te zijn.
Ten minste eenmaal per jaar dient onderhoud te worden uitgevoerd aan de installatie. Dit dient in een logboek te worden bijgehouden. Ieder jaar dient een verklaring van de installateur in het logboek te worden opgenomen waarin wordt verklaard dat de gehele installatie nog voldoet aan de vigerende NEN 2555. Indien dit niet het geval is, dient de installatie zodanig te worden aangepast dat wel weer aan de norm wordt voldaan.
Reageer
Naam: >>>>>>>>>>>>>> (datum: 18-07-2008 08:23)
Brandbeveiligingsinstallaties
Doodlopend eind
Eis:
Samenvallende vluchtroutes en de hierop uitkomende ruimten dienen te zijn voorzien van een brandmeldinstallatie conform NEN 2535, NEN 2535/A1 (ruimtebewaking zonder directe doormelding naar de Brandweer) in combinatie met een automatische ontruimingsalarminstallatie conform NEN 2575.
(BV art. 2.6.2 lid 2 en 2.6.3 lid 1d,2 en 2.6.6 lid 2 en 2.6.7)
Opmerking:
Onder samenvallende vluchtroutes wordt verstaan:
- de loopafstand tussen de toegang van een verblijfsruimte en een punt vanwaar in meerdere
richtingen kan worden gevlucht, bedraagt meer dan 10 m of,
- het totale oppervlak van het gedeelte van de ruimte waardoor slechts in 1 richting kan worden
gevlucht alsmede de op dit gedeelte aangewezen verblijfsruimten groter is dan 200 m? of,
- het aantal verblijfsruimten dat is aangewezen op de betreffende ruimte meer dan 2 bedraagt .
- gebouwen met 1 vluchttrappenhuis.
Opmerking:
Als gelijkwaardige oplossing voor de brandmeldinstallatie dient het doodlopend einde te worden gedetecteerd middels rookmelders als omschreven in de vigerende NEN 2555. Hiertoe dienen alle verblijfsruimten te worden voorzien van een rookmelder. De rookmelders dienen te worden aangesloten op de netspanning. Daarnaast dienen alle rookmelders onderling te worden gekoppeld. Een verklaring van de installateur dat de gehele installatie is geprojecteerd en aangelegd conform de NEN 2555 dient bij de oplevering aanwezig te zijn.
Ten minste eenmaal per jaar dient onderhoud te worden uitgevoerd aan de installatie. Dit dient in een logboek te worden bijgehouden. Ieder jaar dient een verklaring van de installateur in het logboek te worden opgenomen waarin wordt verklaard dat de gehele installatie nog voldoet aan de vigerende NEN 2555. Indien dit niet het geval is, dient de installatie zodanig te worden aangepast dat wel weer aan de norm wordt voldaan.
![[ S&W Consultancy ]](topics//logo.gif){kind=logo}
![[ Emma Interieuradvies]](topics/index/emma.png)