Zoek binnen het forum
Vraag: wanneer vergunningplichtig
Naam: Jos Mulder (datum: 12-10-2007 13:48)
Mijn vraag is vrij eenvoudig, maar misschien is het antwoord wel complex. Ik wil namelijk graag weten waar de grens ligt wanneer iets bouwvergunningplichtig is. Hierbij dus het vergunningvrije bouwen uitgesloten en alles dat daar uit volgt.
Reageer
Naam: Jos Mulder (datum: 12-10-2007 13:48)
Mijn vraag is vrij eenvoudig, maar misschien is het antwoord wel complex. Ik wil namelijk graag weten waar de grens ligt wanneer iets bouwvergunningplichtig is. Hierbij dus het vergunningvrije bouwen uitgesloten en alles dat daar uit volgt.
Reageer
Re: wanneer vergunningplichtig
Naam: paulT (datum: 12-10-2007 14:05)
ff googelen wil wel eens helpen.
Met betrekking tot bouwen kent de Woningwet het uitgangspunt dat u niet mag (ver)bouwen zonder bouwvergunning van burgemeester en wethouders. Deze wet bepaalt verder dat er in een aantal gevallen geen bouwvergunning nodig is. Ook bepaalt de Woningwet de spelregels waaraan u ?n de gemeente zich moeten houden bij al het (ver)bouwen.
Wat zijn de voorwaarden? Er bestaan 3 categorie?n bouwwerken, namelijk:
bouwvergunningsvrij;
licht-bouwvergunningplichtig;
regulier bouwvergunningplichtig.
Alle bouwwerkzaamheden zijn regulier bouwvergunningplichtig, tenzij die zijn uitgezonderd in de Woningwet zelf of in het door die wet aangestuurde Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken.
Het is helaas niet mogelijk een kort overzicht te geven van vergunningsvrije en licht-vergunningplichtige bouwwerkzaamheden. Om snel te kunnen bepalen of een bouwvergunning nodig is, kunt u gebruik maken van de vraag- en beslisboom op de website van het ministerie van VROM. Zie verwijzing onderaan deze pagina.
Wanneer u tot de conclusie komt dat u geen bouwvergunning nodig heeft, is het volgende voor u van belang:
Veel wetten en voorschriften blijven gewoon gelden, zoals:
de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan;
de bouwtechnische voorschriften uit het Bouwbesluit;
het burenrecht uit het Burgerlijk wetboek (waarin o.a.: onrechtmatig handelen door onthouden licht en lucht, erfafsluiting, erfafscheiding en uitzicht op andermans erf);
Ook is de gemeente bevoegd om corrigerend op te treden wanneer een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand.
Controle op de naleving van deze en andere wetten en voorschriften vindt vaak pas achteraf plaats.
Tips en aandachtspunten (Ver-)bouwen in, op, aan of bij een monument of in een Beschermd Stadsgezicht (de historische binnenstad van Dordrecht) is nooit vergunningsvrij, maar altijd bouwvergunningplichtig. In bovengenoemde geval is het verstandig om in een vroeg stadium contact op te nemen met de Vakgroep Monumentenzorg, tel. (078) 639 65 46. Verder informatie hierover vindt u bij het gerelateerde product "monumentenvergunning, aanvraag wijziging beschermd monument" onderaan deze pagina.
Ga voor (meer) landelijke informatie over dit product naar:
Zie ook Overzicht aanvragen en besluiten bouwvergunning
Bouwvergunning
Beschrijving
Voor bouwen of verbouwen heeft u in veel gevallen een bouwvergunning nodig. In de wet staan drie categorie?n bouwwerken:
bouwvergunningvrij;
licht-bouwvergunningplichtig;
regulier-bouwvergunningplichtig.
In principe is voor elk bouwwerk en elke verbouwing een reguliere bouwvergunning nodig. In het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken staat een aantal voorwaarden voor het uitvoeren van bouwwerken en verbouwingen zonder bouwvergunning of met een lichte bouwvergunning.
Nadat u de bouwwerkzaamheden heeft afgerond, moet u dat melden bij uw gemeente. U vult dan een voltooi?ngsverklaring in.
Voorwaarden
U moet een bouwvergunning aanvragen als u voldoet aan de volgende voorwaarde:
u wilt bouwwerkzaamheden uitvoeren die bouwvergunningplichtig zijn.
Als de bouwwerkzaamheden betrekking hebben op een archeologisch monument, kunt u te maken krijgen met de volgende aanvullende voorschriften:
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
de verplichting tot het doen van opgravingen; of
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg. Deze deskundige moet voldoen aan kwalificaties die door burgermeester en wethouders bij de afgifte van de vergunning zijn vastgesteld.
Met behulp van 'Bouwvergunningen online' op de website van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) kunt u bepalen of u een bouwvergunning nodig heeft. Neem in geval van twijfel altijd contact op met uw gemeente.
Bouwen en verbouwen
Bouwvergunning aanvragen
Slopen
Monument verbouwen
Asbest verwijderen
Afsluiten openbare weg
Duurzaam bouwen
Melden bouwhandeling
Melden en verwijderen bouwstoffen
Top
Bouwvergunning aanvragen
Wilt u een bedrijfsruimte bouwen of verbouwen, dan hebt u meestal een (reguliere) bouwvergunning nodig. In sommige gevallen is geen bouwvergunning verplicht of kunt u volstaan met een zogenoemde ?lichte vergunning?. Kijk op Bouwvergunningen online of u een vergunning nodig hebt en zo ja welke.
Let op
Het kan zijn dat u andere vergunningen nodig hebt om een bouwvergunning te kunnen aanvragen. In sommige gemeenten bent u verplicht om eerst na te gaan of u een milieuvergunning nodig hebt. Informeer daarvoor bij de gemeente.
Bouwvergunningen online (VROM)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Aanvraagprocedure bouwvergunning
Milieuvergunning aanvragen
Top
Slopen
Wilt u verbouwen en moet u daarvoor een bouwwerk (gedeeltelijk) afbreken? Dan hebt u mogelijk een sloopvergunning nodig. Deze vergunning vraagt u aan bij de gemeente.
Een sloopvergunning is in de meeste gemeenten verplicht:
als er naar verwachting meer dan 10m? sloopafval vrijkomt;
als er bij de sloop ook asbest wordt verwijderd.
Informeer bij de gemeente of u een sloopvergunning nodig hebt.
Let op
Om uw pand aan te mogen passen hebt u naast de sloopvergunning ook een bouwvergunning nodig.
Gaat het om een monument? Dan hebt u naast de sloopvergunning ook een monumentenvergunning nodig.
Sloopwerkzaamheden (KvK)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Monumentenvergunning
Top
Monument verbouwen
Voor bouw- of restauratiewerkzaamheden, sloop of andere wijzigingen van een gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument hebt u een monumentenvergunning nodig. Dat geldt ook voor gebouwen die liggen in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht. De monumentenvergunning kunt u bij uw gemeente aanvragen. Naast deze vergunning hebt u voor bovenstaande werkzaamheden altijd een bouwvergunning nodig. Informeer bij uw gemeente hoe u de monumentenvergunning aanvraagt en welke stukken u bij de aanvraag dient aan te leveren.
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Asbest verwijderen
Gaat u (ver)bouwen of slopen en krijgt u daarbij te maken met asbest? Wat u wel en niet mag is vastgelegd in regelgeving op het gebied van asbest, milieu en arbeidsomstandigheden.
In de meeste gevallen hebt u een sloopvergunning van de gemeente nodig. In enkele uitzonderingsgevallen volstaat een sloopmelding bij de gemeente. Informeer bij uw gemeente wat u in uw situatie nodig hebt. Als een sloopvergunning verplicht is, moet u een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf inschakelen.
Download brochure Asbest in bedrijven en instellingen (VROM)
Asbest - informatie voor werkgevers (SZW)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Afsluiten openbare weg
Wilt u een weg afsluiten om werkzaamheden te kunnen uitvoeren? Hiervoor moet u een vergunning aanvragen bij de gemeente. Informeer bij de gemeente naar de voorwaarden.
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Duurzaam bouwen
Een hoger rendement voor bedrijven en een beter milieu kunnen samengaan. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van een duurzaam bedrijventerrein. Op zo'n terrein werken bedrijven, gemeenten en eventuele andere partijen samen. Bijvoorbeeld op het gebied van ruimtegebruik, afval, energie of transport.
Duurzaam bouwen (SenterNovem)
Contact (SenterNovem)
Energiebewust bouwen en wonen (VROM)
Contact (VROM)
Top
Melden bouwhandeling
Hebt u een bouwvergunning en wilt u starten met de bouwwerkzaamheden? In sommige gemeenten moet u dat doorgeven aan de gemeentelijke dienst Bouwen en Wonen. Wat u bij de gemeenten moet melden en wanneer leest u in de voorwaarden die vermeld staan op uw bouwvergunning.
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Melden en verwijderen bouwstoffen
Bent u als eigenaar en/of opdrachtgever betrokken bij graafwerkzaamheden of bij het bouwen of verbouwen van woningen, wegen of bruggen? Dan moet u zich aan de regels van het Bouwstoffenbesluit houden. Het Bouwstoffenbesluit stelt voorwaarden aan het gebruik en hergebruik van steenachtige bouwmaterialen (waaronder grond) die in contact komen met regenwater, grondwater of oppervlaktewater.
Verwijderingsplicht
Verliest het (bouw)werk waarin de bouwstof is toegepast zijn functie of wordt het niet meer onderhouden? Dan bent u verplicht de grond en/of de bouwstoffen te verwijderen. Gaat het om licht verontreinigde grond, dan is in sommige gemeenten vrijstelling mogelijk. Informeer bij de gemeente naar de voorwaarden.
Meldingsplicht
Gaat u bepaalde soorten grond of bouwstoffen gebruiken die onder het Bouwstoffenbesluit vallen? Dit moet u melden bij de gemeente.
Vraag en antwoord Bouwstoffenbesluit (VROM)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Bouwvergunningvrije stacaravans op campings
BOUWVERGUNNINGVRIJE STACARAVANS OP CAMPINGS
Inleiding
In de gemeente Meijel zijn een viertal campings gevestigd. De afmetingen van de stacaravans die op de campings geplaatst worden, worden steeds groter. De stacaravans zijn dan in veel gevallen niet meer aan te merken als een bouwwerk in de zin van de Wet op de Openluchtrecreatie (Wor), zodat voor het plaatsen van deze bouwwerken een bouwvergunning vereist is. Wanneer een bouwvergunningplichtige stacaravan geplaatst wordt, dient het plaatsen ervan te worden getoetst aan de voorschriften van het bestemmingsplan en dan blijkt dat een vergunning niet verleend kan worden. Deze situaties hebben al meerdere malen geleidt tot handhavingtrajecten. Door middel van deze beleidsregels wordt inzicht gegeven wanneer een stacaravan bouwvergunningvrij is.
Probleemstelling
Bij de Meijelse ondernemers van campings bestaat onduidelijk over wanneer er sprake is van een stacaravan in de zin van de Wor en wanneer er sprake is van een bouwvergunningplichtige stacaravan. Hierdoor worden regelmatig bouwvergunningplichtige stacaravans op de campings geplaatst. Vervolgens dient de gemeente middels een handhavingstraject actie te ondernemen om er zodoende voor te zorgen dat de bouwvergunningplichtige stacaravans van de camping verwijderd worden. Dit kost zowel de Meijelse ondernemers als de gemeente onnodig veel tijd. De lopende handhavingstrajecten hebben doen inzien dat er duidelijkheid moet komen over bouwvergunningplichtige stacaravans.
Daarnaast krijgen de steeds groter wordende stacaravans, onder andere voor wat betreft afmetingen, het karakter van zomerhuisjes. Voor zomerhuisjes is in het bestemmingsplan buitengebied een aparte bestemming opgenomen namelijk de bestemming 'Zomerhuisjesterrein', waar problemen zoals permanente bewoning een rol spelen.
Doel
Meijelse ondernemers van campings inzicht geven wanneer een stacaravan bouwvergunningplichtig is.
Wettelijke grondslag
Op grond van artikel 40 lid 1 van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (bouwvergunning). In artikel 40 lid 2 van die wet is het volgende bepaald: ingeval een caravan als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wet op de openluchtrecreatie is aan te merken is als een bouwwerk, is niettemin voor het plaatsen daarvan geen bouwvergunning vereist in de gevallen bedoeld in het derde lid van dat artikel. In dit artikel is de omschrijving van een kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 47 (nu artikel 40 Woningwet) een bouwvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
In jurisprudentie is nader omschreven wat verstaan wordt onder een caravan in gevolgen artikel 1, eerste lid onderdeel c van de Wet op de Openluchtrecreatie.
Jurisprudentie
Blijkens jurisprudentie moet er vanuit worden gegaan, dat een stacaravan aan bepaalde grenzen gebonden is. De rechtspraak zoekt aansluiting bij hetgeen in het dagelijks spraakgebruik onder een caravan moet worden verstaan. Dit omdat de Wet op de Openluchtrecreatie (Wor) alleen het begrip ?caravan? kent. Een stacaravan is dus volgens de wet een caravan hetgeen betekent dat de stacaravan dezelfde kenmerken als een caravan dient te hebben. Dit wil overigens niet zeggen dat een stacaravan net als een toercaravan achter een personenauto over de weg moet kunnen worden vervoerd en aan alle eisen ingevolge de verkeerswetgeving moet voldoen, maar wel dat de (sta) caravan alle kenmerken dient te bezitten van een aanhanger die achter een voertuig kan worden gekoppeld en in die toestand verrijdbaar is. Dit betekent onder meer dat de stacaravan niet mag bestaan uit verschillende elementen die eerst van elkaar moeten worden gekoppeld voordat tot transport kan worden overgegaan.
Een as/ wielenstelsel is dus essentieel en het lijkt niet onlogisch om aan te nemen, dat zich dan tevens een disselconstructie aan de voorzijde bevindt met een disselkop voor bevestiging van dit kampeermiddel aan de trekhaak van het slepende voertuig. Het
mag duidelijk zijn dat stacaravans daardoor niet van onbeperkte afmetingen kunnen zijn, omdat anders aan deze eisen niet kan worden voldaan. Nadere bestudering van de jurisprudentie leert dat wanneer uitgegaan wordt van het feit dat een stacaravan in z?n geheel verrijdbaar/ vervoerbaar moet zijn, de stacaravan niet breder dan 4,5 meter en niet hoger dan 3,40 meter kan zijn. De maximaal toelaatbare oppervlakte voor een stacaravan wordt op 55 m? vastgesteld met een hoogte van 3,40 meter. Daarnaast blijkt ook uit de afmetingen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer dat de kritieke grens voor breedtetransporten ligt op 4,50 meter. Hiervoor geldt overigens wel dat er een ontheffing nodig is.
Beleid bouwvergunningvrije stacaravans op campings
Op grond van jurisprudentie stellen we het beleid als volgt vast.
Voor het plaatsen van bouwvergunningvrije stacaravans op campings is geen bouwvergunning vereist mits:
-de bruto oppervlakte van de stacaravan maximaal 55 m? bedraagt en
-de maximale hoogte 3,40 meter bedraagt en
-de stacaravan voorzien is van een as/ wielenstelsel en
-de stacaravan uit ??n geheel bestaat (dus gekoppelde caravans en aangebouwde uitbreidingen zijn niet toegestaan) en
-de stacaravan op het terrein voort te bewegen is als aanhanger en voorzien is van een
dissel.
Aanvullend stellen we voor bijgebouwen en overkappingen het volgende vast:
-een vrijstaande of aangebouwde berging van maximaal 10 m? is toegestaan
-een overkapping is toegestaan indien deze aan de caravan vast staat over de volledige lengte van de stacaravan met een diepte van maximaal 2,5 meter. Van deze overkapping mogen slechts de zijkanten met een zeil dichtgemaakt worden, dat
te verwijderen is. De andere zijde moet open blijven.
Per standplaats bedraagt de maximaal bebouwde oppervlakte van de stacaravan en de bijgebouwen niet meer dan 80 m?.
Het stellen van een maximale maat voor stacaravans wil niet zeggen dat alle stacaravans tot 55 m? dus vergunningvrij zijn. Wanneer aan ??n van de criteria niet wordt voldaan, dan is de stacaravan ook wanneer het bouwwerk kleiner is dan 55 m?, toch vergunningplichtig. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de stacaravan niet is voorzien van een as/ wielenstelsel of wanneer de stacaravan is geplaatst op een fundering.
Wor vergunningen en brandveiligheidsvoorwaarden
De verleende Wor vergunningen en brandveiligheidvoorwaarden zijn vanzelfsprekend van toepassing. Vanwege de brandveiligheidsvoorwaarden mag de totale bebouwde oppervlakte van een standplaats maximaal 50 % bedragen.
Voor wat betreft oppervlaktes van stacaravans, is het beleid bouwvergunningvrije stacaravans op campings leidend. De brandveiligheidsvoorwaarden en Wor vergunningen zijn namelijk lager in regelgeving dan de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Bestaande stacaravans
De beleidsregels 'bouwvergunningvrije stacaravans op campings' worden van kracht na bekendmaking ervan. Aan de hand van dit beleid wordt handhavend opgetreden vanaf het van kracht worden van deze beleidsregel, de zogenaamde peildatum. Het beleid is niet van toepassing op de bestaande stacaravans, die momenteel op de campings staan, met uitzondering van die gevallen waarin reeds aangeschreven is. Het beleid is wel van toepassing bij gehele vernieuwing dan wel herplaatsing van een bestaande stacaravan die niet voldoet aan de voorwaarden uit dit beleid 'bouwvergunningvrije stacaravans op campings' alsmede op nieuw te plaatsen caravans. Dit betekent een zogenaamde overgangsbepaling voor de bestaande caravans die geplaatst zijn voor de genoemde peildatum en die niet voldoen aan de voorwaarden van dit beleid, of anderszins niet kunnen worden aangemerkt als een caravan in de zin van de Wet op de openluchtrecreatie.
Status beleid
De beperking van bouwvergunningvrije stacaravans op campings moet worden aangemerkt als een beleidsregel als bedoeld in artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht.
Besluit van 13 juli 2002, houdende voorschriften omtrent het bouwen waarvoor het vereiste van een bouwvergunning niet geldt, en omtrent het bouwen waarvoor een lichte bouwvergunning vereist is (Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 december 2001, nr. MJZ2001143595, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 12a, vierde lid, 43, eerste lid, onderdeel c, en 44, tweede lid, van de Woningwet, en op artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
De Raad van State gehoord (advies van 30 mei 2002, nr. W08.02.0016/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 juli 2002, nr. MJZ2002056919, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
achtererf: gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
antennedrager: antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
daknok: hoogste punt van een schuin dak;
dakvoet: laagste punt van een schuin dak;
eerste verdieping: tweede bouwlaag van de woning of het woongebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
erf: al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
voorerf: gedeelte van het erf dat aan voorkant van het gebouw is gelegen;
voorgevelrooilijn: voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de gemeentelijke bouwverordening;
weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;
wet: Woningwet;
zijerf: gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
2.
Tenzij anders bepaald, worden de in dit besluit genoemde:
a.
afstanden loodrecht gemeten, en
b.
maten buitenwerks gemeten.
Hoofdstuk II. Bouwvergunningsvrij bouwen
Artikel 2
Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 4, wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet aangemerkt:
a.
het bouwen van een op de grond staande aan- of uitbouw van ??n bouwlaag aan een bestaande woning of een bestaand woongebouw, die strekt tot vergroting van het woongenot, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
gebouwd aan:
a)
de oorspronkelijke achtergevel op meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen, of
b)
een niet naar de weg of het openbaar groen gekeerde oorspronkelijke zijgevel op meer dan 1 m van het voorerf en meer dan 1 m van het naburige erf,
2?.
niet hoger dan:
a)
4 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein,
b)
0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van die woning of dat woongebouw, en
c)
de woning of het woongebouw,
3?.
gebouwd binnen de breedte van de gevel waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd,
4?.
minder dan 2,5 m diep,
5?.
zij- of achtererf door dat bouwen voor niet meer dan 50% bebouwd, en
6?.
niet gebouwd aan een woning of woongebouw als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet, aan een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet of aan een woning of woongebouw die of dat niet voor permanente bewoning is bestemd;
b.
het bouwen van een op de grond staand bijgebouw van ??n bouwlaag of een op de grond staande overkapping van ??n bouwlaag bij een bestaande woning of bestaand woongebouw, dat of die strekt tot vergroting van het woongenot, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
gebouwd op:
a)
het achtererf op meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen, of
b)
een niet naar de weg of het openbaar groen gekeerd zijerf op meer dan 1 m van het voorerf, en
c)
indien de bruto-oppervlakte van het bijgebouw of de overkapping meer is dan 10 m2: meer dan 1 m van het naburige erf,
2?.
niet hoger dan 3 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein,
3?.
zij- of achtererf door dat bouwen voor niet meer dan 50% bebouwd,
4?.
de totale bruto-oppervlakte van de op het erf aanwezige bouwvergunningsvrij gebouwde bijgebouwen en overkappingen minder dan 30 m2, en
5?.
niet gebouwd bij een woning of woongebouw als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet, bij een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet of bij een woning of woongebouw die of dat niet voor permanente bewoning is bestemd;
c.
het veranderen van een kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel van een bestaande woning, bestaand woongebouw of een bij een bestaande woning of een bestaand woongebouw behorend bijgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
niet aangebracht in de voorgevel van een woning of woongebouw of een naar de weg of het openbaar groen gekeerde zijgevel van een woning of woongebouw, en
2?.
de bestaande gevelopening wijzigt niet;
d.
het bouwen van een dakkapel op een bestaand gebouw, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
gebouwd op het achterdakvlak of een niet naar de weg of het openbaar groen gekeerd zijdakvlak,
2?.
afstand tot de voorgevel meer dan 1 m,
3?.
voorzien van een plat dak,
4?.
zijwanden ondoorzichtig,
5?.
hoogte, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, minder dan 1,5 m,
6?.
onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet,
7?.
bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok,
8?.
zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak, en
9?.
niet gebouwd op een woning of woongebouw als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet, op een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet of op een woning of woongebouw die of dat niet voor permanente bewoning is bestemd;
e.
het bouwen van een erf- of perceelafscheiding, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
niet hoger dan 1 m, of
2?.
niet hoger dan 2 m en gebouwd:
a)
op een erf of perceel waarop reeds een gebouw staat,
b)
meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn, en
c)
meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen.
Artikel 3
1. Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 5 wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet voorts aangemerkt:
a. het bouwen van een dakraam in een bestaand gebouw, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. onderzijde meer dan 0,5 m boven de dakvoet,
2?. bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok, en
3?. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak;
b. het bouwen van een bouwwerk van beperkte omvang op een erf, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder dan 1 m,
2?. bruto-oppervlakte minder dan 2 m2, en
3?. voor-, zij- of achtererf voor niet meer dan 50% bebouwd;
c. het bouwen van een collector voor warmteopwekking op of aan een bouwwerk ten behoeve van de warmtevoorziening van het gebruik van dat bouwwerk of van op hetzelfde perceel gelegen andere bouwwerken, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. bij plaatsing:
a) op een schuin dakvlak:
1) binnen het vlak van het dak,
2) in of direct op het dakvlak, en
3) hellingshoek gelijk aan hellingshoek dakvlak,
b) op een plat dakvlak:
1) afstand tot dakranden ten minste gelijk aan hoogte collector, en
2) hellingshoek ten hoogste 35?, en
2?. indien de collector niet een geheel vormt met de installatie voor het opslaan van het water: die installatie in dat bouwwerk is geplaatst;
d. het bouwen van een paneel voor de opwekking van elektriciteit uit daglicht op of aan een bouwwerk ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening van het gebruik van dat bouwwerk of van op hetzelfde perceel gelegen andere bouwwerken, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. bij plaatsing:
a) op een schuin dakvlak:
1) binnen het vlak van het dak,
2) in of direct op het dakvlak, en
3) hellingshoek gelijk aan hellingshoek dakvlak,
b) op een plat dakvlak:
1) afstand tot dakranden ten minste gelijk aan hoogte paneel, en
2) hellingshoek ten hoogste 35?, en
2?. indien het paneel niet een geheel vormt met de installatie voor het omzetten van de opgewekte elektriciteit: die installatie in dat bouwwerk is geplaatst;
e. het bouwen van een antenne-installatie ten behoeve van mobiele telecommunicatie, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. bij bouwen op of aan een bouwwerk:
a) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, minder is dan 0,5 m, en de techniekkast:
1) inpandig of ondergronds is geplaatst,
2) op de grond is geplaatst en kleiner is dan 0,2 m3, of
3) op een plat dak is geplaatst, kleiner is dan 0,2 m3 en meer dan 1 m achter de dakrand is geplaatst, of
b) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, of indien bevestigd aan een gevel van een gebouw, gemeten vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, minder is dan 5 m, en:
1) de antenne, met antennedrager, geplaatst is op een hoogte van meer dan 9 m, gemeten vanaf het bij het bouwwerk aansluitende terrein,
2) de techniekkast:
? inpandig of ondergronds is geplaatst, of
? op een plat dak is geplaatst, kleiner is dan 2 m3 en meer dan 1 m achter de dakrand is geplaatst,
3) de bedrading in of direct langs de antennedrager of inpandig is aangebracht, dan wel in een kabelgoot, mits deze kabelgoot meer dan 1 m achter de voorgevel is geplaatst, en
4) de antennedrager bij plaatsing op het dak van een gebouw:
? aan of bij een op het dak aanwezig object is geplaatst,
? in het midden van het dak is geplaatst, of
? elders op het dak is geplaatst, mits de afstand in m tot de voorgevel van het bouwwerk ten minste gelijk is aan: 18 gedeeld door de hoogte waarop de antenne, met antennedrager, is geplaatst, gemeten vanaf het bij het gebouw aansluitende terrein tot aan de voet van de antenne, met antennedrager, of
2?. bij bouwen op of aan een hoogspanningsmast, wegportaal, reclamezuil, lichtmast, windmolen, sirenemast, een niet van een bouwwerk deel uitmakende schoorsteen, of op een bouwvergunningplichtige antenne-installatie:
a) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet minder is dan 5 m,
b) de antenne is geplaatst op een hoogte van meer dan 3 m, gemeten vanaf het bij het bouwwerk aansluitende terrein, en
c) de techniekkast:
1) inpandig of ondergronds is geplaatst, of
2) op de grond is geplaatst en kleiner is dan 2 m3;
f. het bouwen van een andere antenne-installatie dan bedoeld in onderdeel e van dit lid en in onderdeel c van het derde lid van dit artikel, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de antenne-installatie achter het voorerf is geplaatst,
2?. indien het een schotelantenne betreft:
a) de doorsnede van de antenne minder is dan 2 m, en
b) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, minder is dan 3 m, of
3?. indien het een andere antenne betreft dan bedoeld onder 2?: de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, of indien deze is bevestigd aan de gevel, gemeten vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, minder is dan 5 m;
g. het bouwen van een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de hoogte van de container, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 2 m, en
2?. indien de container bovengronds wordt geplaatst: de bruto-oppervlakte minder is dan 4 m2;
h. het bouwen van een gebouw ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 3 m, en
2?. de bruto-oppervlakte minder is dan 15 m2;
i. het bouwen van een rolhek, luik of rolluik bij andere gebouwen dan woningen en woongebouwen, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. het rolhek, luik of rolluik aan de binnenzijde van de uitwendige scheidingsconstructie is geplaatst, en
2?. voor ten minste 90% uit glasheldere doorkijkopeningen bestaat;
j. het bouwen van een magazijnstelling die uitsluitend steunt op een vloer van het gebouw waarin zij wordt geplaatst, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de hoogte, gemeten vanaf de voet, meer is dan 3 m maar minder dan 8,5 m, en
2?. de magazijnstelling niet is voorzien van een verdiepingsvloer of loopbrug;
k. het aanbrengen van een verandering van niet-ingrijpende aard aan een bestaand bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de verandering geen betrekking heeft op de draagconstructie van dat bouwwerk,
2?. de bebouwde oppervlakte niet wordt uitgebreid, en
3?. het bestaande niet-wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd.
2. Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 5 wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet voorts aangemerkt het bouwen van:
a. een speeltoestel, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Warenwetbesluit attractie en speeltoestellen, mits de hoogte, gemeten vanaf de voet, minder is dan 3 m;
b. tuinmeubilair, mits de hoogte, gemeten vanaf de voet, minder is dan 2 m.
3. Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet voorts aangemerkt het bouwen van:
a. a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, op, over, onder of bij een weg of railweg, dan wel in, onder of bij een water, voor zover het betreft:
1?. bouwwerken ten behoeve van verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding, verlichting of tolheffing,
2?. bovenleidingen met de bijbehorende draagconstructies of seinpalen,
3?. elektriciteitskastjes of centrale-antenne-inrichtingskastjes,
4?. ondergrondse buis- en leidingstelsels ten behoeve van perceelsaansluitingen,
5?. andere naar aard en omvang met de onder 1?, 2?, 3? of 4? genoemde bouwwerken vergelijkbare bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer, het verkeer, de waterhuishouding, de drinkwatervoorziening, de riolering, de energievoorziening of de telecommunicatie;
b. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
c. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of de dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
d. straatmeubilair;
e. een zonwering, rolhek of rolluik bij woningen en woongebouwen;
f. een afscheiding tussen balkons of dakterrassen.
Hoofdstuk III. Licht-bouwvergunningplichtig bouwen
Artikel 4
1. Een lichte bouwvergunning is vereist voor het bouwen, bedoeld in artikel 2, indien dat plaatsvindt:
a. in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of
b. in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
2. Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen van een in de aanhef van een geletterd onderdeel van artikel 2 bedoeld bouwwerk dat niet voldoet aan de in dat onderdeel gegeven kenmerken, met dien verstande dat:
a. van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel a, de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m;
b. van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel b:
1?. de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m, en
2?. de bruto-oppervlakte minder is dan 50 m2.
Artikel 5
1.
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen, bedoeld in artikel 3, indien dat plaatsvindt:
a.
in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of
b.
in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
2.
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen van een in de aanhef van een geletterd onderdeel van artikel 3, eerste lid, bedoeld bouwwerk dat niet voldoet aan de in dat onderdeel gegeven kenmerken, met dien verstande dat:
a.
van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel b:
1?.
de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 3 m, en
2?.
de bruto-oppervlakte minder is dan 5 m2;
b.
van de bouwwerken, bedoeld in de aanhef van de onderdelen e en f, de hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne, of indien de antenne is geplaatst op een antennedrager, gemeten vanaf de voet van de antennedrager, minder is dan 40 m;
c.
van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel h:
1?.
de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m, en
2?.
de bruto-oppervlakte minder is dan 50 m2.
3.
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen van een in artikel 3, tweede lid, bedoeld bouwwerk dat hoger is dan in dat lid is aangegeven, met dien verstande dat de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m.
Artikel 6
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen:
a.
bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdelen a en b, van de wet, indien dat plaatsvindt:
1?.
in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of
2?.
in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988;
b.
van een balkon, mits de bruto-oppervlakte minder is dan 2 m2;
c.
van een vloerafscheiding op een balkon of dakterras;
d.
van een zonwering bij andere gebouwen dan woningen en woongebouwen;
e.
van een op de grond staande reclamezuil.
Hoofdstuk IIIA [Vervallen per 01-01-2003]
Artikel 6a [Vervallen per 01-01-2003]
Hoofdstuk IV. Welstandscriteria
Artikel 7
Criteria als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de wet ten aanzien van het bouwen, bedoeld in artikel 4, beschrijven de welstand uitputtend en hebben uitsluitend betrekking op de plaatsing, de vorm, de maatvoering, het materiaalgebruik en de kleur.
Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8 [Vervallen per 01-01-2003]
Artikel 9
Artikel 40, eerste lid, van de wet blijft buiten toepassing ten aanzien van het bouwen waarmee reeds was aangevangen voor de inwerkingtreding van de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van dit besluit, indien op het tijdstip waarmee met dat bouwen is begonnen, geen bouwvergunning was vereist.
Artikel 10
[Wijzigt het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985.]
Artikel 11
[Wijzigt dit besluit.]
Artikel 12
[Wijzigt het Besluit meldingplichtige bouwwerken.]
Artikel 13
1.
De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2.
Artikel 8 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 14
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 13 juli 2002
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. W. Remkes
Uitgegeven de achtste augustus 2002
De Minister van Justitie a.i.,
J. P. Balkenende
Zo genoeg?
Naam: paulT (datum: 12-10-2007 14:05)
ff googelen wil wel eens helpen.
Met betrekking tot bouwen kent de Woningwet het uitgangspunt dat u niet mag (ver)bouwen zonder bouwvergunning van burgemeester en wethouders. Deze wet bepaalt verder dat er in een aantal gevallen geen bouwvergunning nodig is. Ook bepaalt de Woningwet de spelregels waaraan u ?n de gemeente zich moeten houden bij al het (ver)bouwen.
Wat zijn de voorwaarden? Er bestaan 3 categorie?n bouwwerken, namelijk:
bouwvergunningsvrij;
licht-bouwvergunningplichtig;
regulier bouwvergunningplichtig.
Alle bouwwerkzaamheden zijn regulier bouwvergunningplichtig, tenzij die zijn uitgezonderd in de Woningwet zelf of in het door die wet aangestuurde Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken.
Het is helaas niet mogelijk een kort overzicht te geven van vergunningsvrije en licht-vergunningplichtige bouwwerkzaamheden. Om snel te kunnen bepalen of een bouwvergunning nodig is, kunt u gebruik maken van de vraag- en beslisboom op de website van het ministerie van VROM. Zie verwijzing onderaan deze pagina.
Wanneer u tot de conclusie komt dat u geen bouwvergunning nodig heeft, is het volgende voor u van belang:
Veel wetten en voorschriften blijven gewoon gelden, zoals:
de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan;
de bouwtechnische voorschriften uit het Bouwbesluit;
het burenrecht uit het Burgerlijk wetboek (waarin o.a.: onrechtmatig handelen door onthouden licht en lucht, erfafsluiting, erfafscheiding en uitzicht op andermans erf);
Ook is de gemeente bevoegd om corrigerend op te treden wanneer een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand.
Controle op de naleving van deze en andere wetten en voorschriften vindt vaak pas achteraf plaats.
Tips en aandachtspunten (Ver-)bouwen in, op, aan of bij een monument of in een Beschermd Stadsgezicht (de historische binnenstad van Dordrecht) is nooit vergunningsvrij, maar altijd bouwvergunningplichtig. In bovengenoemde geval is het verstandig om in een vroeg stadium contact op te nemen met de Vakgroep Monumentenzorg, tel. (078) 639 65 46. Verder informatie hierover vindt u bij het gerelateerde product "monumentenvergunning, aanvraag wijziging beschermd monument" onderaan deze pagina.
Ga voor (meer) landelijke informatie over dit product naar:
Zie ook Overzicht aanvragen en besluiten bouwvergunning
Bouwvergunning
Beschrijving
Voor bouwen of verbouwen heeft u in veel gevallen een bouwvergunning nodig. In de wet staan drie categorie?n bouwwerken:
bouwvergunningvrij;
licht-bouwvergunningplichtig;
regulier-bouwvergunningplichtig.
In principe is voor elk bouwwerk en elke verbouwing een reguliere bouwvergunning nodig. In het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken staat een aantal voorwaarden voor het uitvoeren van bouwwerken en verbouwingen zonder bouwvergunning of met een lichte bouwvergunning.
Nadat u de bouwwerkzaamheden heeft afgerond, moet u dat melden bij uw gemeente. U vult dan een voltooi?ngsverklaring in.
Voorwaarden
U moet een bouwvergunning aanvragen als u voldoet aan de volgende voorwaarde:
u wilt bouwwerkzaamheden uitvoeren die bouwvergunningplichtig zijn.
Als de bouwwerkzaamheden betrekking hebben op een archeologisch monument, kunt u te maken krijgen met de volgende aanvullende voorschriften:
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
de verplichting tot het doen van opgravingen; of
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg. Deze deskundige moet voldoen aan kwalificaties die door burgermeester en wethouders bij de afgifte van de vergunning zijn vastgesteld.
Met behulp van 'Bouwvergunningen online' op de website van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) kunt u bepalen of u een bouwvergunning nodig heeft. Neem in geval van twijfel altijd contact op met uw gemeente.
Bouwen en verbouwen
Bouwvergunning aanvragen
Slopen
Monument verbouwen
Asbest verwijderen
Afsluiten openbare weg
Duurzaam bouwen
Melden bouwhandeling
Melden en verwijderen bouwstoffen
Top
Bouwvergunning aanvragen
Wilt u een bedrijfsruimte bouwen of verbouwen, dan hebt u meestal een (reguliere) bouwvergunning nodig. In sommige gevallen is geen bouwvergunning verplicht of kunt u volstaan met een zogenoemde ?lichte vergunning?. Kijk op Bouwvergunningen online of u een vergunning nodig hebt en zo ja welke.
Let op
Het kan zijn dat u andere vergunningen nodig hebt om een bouwvergunning te kunnen aanvragen. In sommige gemeenten bent u verplicht om eerst na te gaan of u een milieuvergunning nodig hebt. Informeer daarvoor bij de gemeente.
Bouwvergunningen online (VROM)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Aanvraagprocedure bouwvergunning
Milieuvergunning aanvragen
Top
Slopen
Wilt u verbouwen en moet u daarvoor een bouwwerk (gedeeltelijk) afbreken? Dan hebt u mogelijk een sloopvergunning nodig. Deze vergunning vraagt u aan bij de gemeente.
Een sloopvergunning is in de meeste gemeenten verplicht:
als er naar verwachting meer dan 10m? sloopafval vrijkomt;
als er bij de sloop ook asbest wordt verwijderd.
Informeer bij de gemeente of u een sloopvergunning nodig hebt.
Let op
Om uw pand aan te mogen passen hebt u naast de sloopvergunning ook een bouwvergunning nodig.
Gaat het om een monument? Dan hebt u naast de sloopvergunning ook een monumentenvergunning nodig.
Sloopwerkzaamheden (KvK)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Monumentenvergunning
Top
Monument verbouwen
Voor bouw- of restauratiewerkzaamheden, sloop of andere wijzigingen van een gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument hebt u een monumentenvergunning nodig. Dat geldt ook voor gebouwen die liggen in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht. De monumentenvergunning kunt u bij uw gemeente aanvragen. Naast deze vergunning hebt u voor bovenstaande werkzaamheden altijd een bouwvergunning nodig. Informeer bij uw gemeente hoe u de monumentenvergunning aanvraagt en welke stukken u bij de aanvraag dient aan te leveren.
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Asbest verwijderen
Gaat u (ver)bouwen of slopen en krijgt u daarbij te maken met asbest? Wat u wel en niet mag is vastgelegd in regelgeving op het gebied van asbest, milieu en arbeidsomstandigheden.
In de meeste gevallen hebt u een sloopvergunning van de gemeente nodig. In enkele uitzonderingsgevallen volstaat een sloopmelding bij de gemeente. Informeer bij uw gemeente wat u in uw situatie nodig hebt. Als een sloopvergunning verplicht is, moet u een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf inschakelen.
Download brochure Asbest in bedrijven en instellingen (VROM)
Asbest - informatie voor werkgevers (SZW)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Afsluiten openbare weg
Wilt u een weg afsluiten om werkzaamheden te kunnen uitvoeren? Hiervoor moet u een vergunning aanvragen bij de gemeente. Informeer bij de gemeente naar de voorwaarden.
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Duurzaam bouwen
Een hoger rendement voor bedrijven en een beter milieu kunnen samengaan. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van een duurzaam bedrijventerrein. Op zo'n terrein werken bedrijven, gemeenten en eventuele andere partijen samen. Bijvoorbeeld op het gebied van ruimtegebruik, afval, energie of transport.
Duurzaam bouwen (SenterNovem)
Contact (SenterNovem)
Energiebewust bouwen en wonen (VROM)
Contact (VROM)
Top
Melden bouwhandeling
Hebt u een bouwvergunning en wilt u starten met de bouwwerkzaamheden? In sommige gemeenten moet u dat doorgeven aan de gemeentelijke dienst Bouwen en Wonen. Wat u bij de gemeenten moet melden en wanneer leest u in de voorwaarden die vermeld staan op uw bouwvergunning.
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Top
Melden en verwijderen bouwstoffen
Bent u als eigenaar en/of opdrachtgever betrokken bij graafwerkzaamheden of bij het bouwen of verbouwen van woningen, wegen of bruggen? Dan moet u zich aan de regels van het Bouwstoffenbesluit houden. Het Bouwstoffenbesluit stelt voorwaarden aan het gebruik en hergebruik van steenachtige bouwmaterialen (waaronder grond) die in contact komen met regenwater, grondwater of oppervlaktewater.
Verwijderingsplicht
Verliest het (bouw)werk waarin de bouwstof is toegepast zijn functie of wordt het niet meer onderhouden? Dan bent u verplicht de grond en/of de bouwstoffen te verwijderen. Gaat het om licht verontreinigde grond, dan is in sommige gemeenten vrijstelling mogelijk. Informeer bij de gemeente naar de voorwaarden.
Meldingsplicht
Gaat u bepaalde soorten grond of bouwstoffen gebruiken die onder het Bouwstoffenbesluit vallen? Dit moet u melden bij de gemeente.
Vraag en antwoord Bouwstoffenbesluit (VROM)
Informatie over dit onderwerp van uw gemeente
Bouwvergunningvrije stacaravans op campings
BOUWVERGUNNINGVRIJE STACARAVANS OP CAMPINGS
Inleiding
In de gemeente Meijel zijn een viertal campings gevestigd. De afmetingen van de stacaravans die op de campings geplaatst worden, worden steeds groter. De stacaravans zijn dan in veel gevallen niet meer aan te merken als een bouwwerk in de zin van de Wet op de Openluchtrecreatie (Wor), zodat voor het plaatsen van deze bouwwerken een bouwvergunning vereist is. Wanneer een bouwvergunningplichtige stacaravan geplaatst wordt, dient het plaatsen ervan te worden getoetst aan de voorschriften van het bestemmingsplan en dan blijkt dat een vergunning niet verleend kan worden. Deze situaties hebben al meerdere malen geleidt tot handhavingtrajecten. Door middel van deze beleidsregels wordt inzicht gegeven wanneer een stacaravan bouwvergunningvrij is.
Probleemstelling
Bij de Meijelse ondernemers van campings bestaat onduidelijk over wanneer er sprake is van een stacaravan in de zin van de Wor en wanneer er sprake is van een bouwvergunningplichtige stacaravan. Hierdoor worden regelmatig bouwvergunningplichtige stacaravans op de campings geplaatst. Vervolgens dient de gemeente middels een handhavingstraject actie te ondernemen om er zodoende voor te zorgen dat de bouwvergunningplichtige stacaravans van de camping verwijderd worden. Dit kost zowel de Meijelse ondernemers als de gemeente onnodig veel tijd. De lopende handhavingstrajecten hebben doen inzien dat er duidelijkheid moet komen over bouwvergunningplichtige stacaravans.
Daarnaast krijgen de steeds groter wordende stacaravans, onder andere voor wat betreft afmetingen, het karakter van zomerhuisjes. Voor zomerhuisjes is in het bestemmingsplan buitengebied een aparte bestemming opgenomen namelijk de bestemming 'Zomerhuisjesterrein', waar problemen zoals permanente bewoning een rol spelen.
Doel
Meijelse ondernemers van campings inzicht geven wanneer een stacaravan bouwvergunningplichtig is.
Wettelijke grondslag
Op grond van artikel 40 lid 1 van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (bouwvergunning). In artikel 40 lid 2 van die wet is het volgende bepaald: ingeval een caravan als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wet op de openluchtrecreatie is aan te merken is als een bouwwerk, is niettemin voor het plaatsen daarvan geen bouwvergunning vereist in de gevallen bedoeld in het derde lid van dat artikel. In dit artikel is de omschrijving van een kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 47 (nu artikel 40 Woningwet) een bouwvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
In jurisprudentie is nader omschreven wat verstaan wordt onder een caravan in gevolgen artikel 1, eerste lid onderdeel c van de Wet op de Openluchtrecreatie.
Jurisprudentie
Blijkens jurisprudentie moet er vanuit worden gegaan, dat een stacaravan aan bepaalde grenzen gebonden is. De rechtspraak zoekt aansluiting bij hetgeen in het dagelijks spraakgebruik onder een caravan moet worden verstaan. Dit omdat de Wet op de Openluchtrecreatie (Wor) alleen het begrip ?caravan? kent. Een stacaravan is dus volgens de wet een caravan hetgeen betekent dat de stacaravan dezelfde kenmerken als een caravan dient te hebben. Dit wil overigens niet zeggen dat een stacaravan net als een toercaravan achter een personenauto over de weg moet kunnen worden vervoerd en aan alle eisen ingevolge de verkeerswetgeving moet voldoen, maar wel dat de (sta) caravan alle kenmerken dient te bezitten van een aanhanger die achter een voertuig kan worden gekoppeld en in die toestand verrijdbaar is. Dit betekent onder meer dat de stacaravan niet mag bestaan uit verschillende elementen die eerst van elkaar moeten worden gekoppeld voordat tot transport kan worden overgegaan.
Een as/ wielenstelsel is dus essentieel en het lijkt niet onlogisch om aan te nemen, dat zich dan tevens een disselconstructie aan de voorzijde bevindt met een disselkop voor bevestiging van dit kampeermiddel aan de trekhaak van het slepende voertuig. Het
mag duidelijk zijn dat stacaravans daardoor niet van onbeperkte afmetingen kunnen zijn, omdat anders aan deze eisen niet kan worden voldaan. Nadere bestudering van de jurisprudentie leert dat wanneer uitgegaan wordt van het feit dat een stacaravan in z?n geheel verrijdbaar/ vervoerbaar moet zijn, de stacaravan niet breder dan 4,5 meter en niet hoger dan 3,40 meter kan zijn. De maximaal toelaatbare oppervlakte voor een stacaravan wordt op 55 m? vastgesteld met een hoogte van 3,40 meter. Daarnaast blijkt ook uit de afmetingen van de Rijksdienst voor het Wegverkeer dat de kritieke grens voor breedtetransporten ligt op 4,50 meter. Hiervoor geldt overigens wel dat er een ontheffing nodig is.
Beleid bouwvergunningvrije stacaravans op campings
Op grond van jurisprudentie stellen we het beleid als volgt vast.
Voor het plaatsen van bouwvergunningvrije stacaravans op campings is geen bouwvergunning vereist mits:
-de bruto oppervlakte van de stacaravan maximaal 55 m? bedraagt en
-de maximale hoogte 3,40 meter bedraagt en
-de stacaravan voorzien is van een as/ wielenstelsel en
-de stacaravan uit ??n geheel bestaat (dus gekoppelde caravans en aangebouwde uitbreidingen zijn niet toegestaan) en
-de stacaravan op het terrein voort te bewegen is als aanhanger en voorzien is van een
dissel.
Aanvullend stellen we voor bijgebouwen en overkappingen het volgende vast:
-een vrijstaande of aangebouwde berging van maximaal 10 m? is toegestaan
-een overkapping is toegestaan indien deze aan de caravan vast staat over de volledige lengte van de stacaravan met een diepte van maximaal 2,5 meter. Van deze overkapping mogen slechts de zijkanten met een zeil dichtgemaakt worden, dat
te verwijderen is. De andere zijde moet open blijven.
Per standplaats bedraagt de maximaal bebouwde oppervlakte van de stacaravan en de bijgebouwen niet meer dan 80 m?.
Het stellen van een maximale maat voor stacaravans wil niet zeggen dat alle stacaravans tot 55 m? dus vergunningvrij zijn. Wanneer aan ??n van de criteria niet wordt voldaan, dan is de stacaravan ook wanneer het bouwwerk kleiner is dan 55 m?, toch vergunningplichtig. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de stacaravan niet is voorzien van een as/ wielenstelsel of wanneer de stacaravan is geplaatst op een fundering.
Wor vergunningen en brandveiligheidsvoorwaarden
De verleende Wor vergunningen en brandveiligheidvoorwaarden zijn vanzelfsprekend van toepassing. Vanwege de brandveiligheidsvoorwaarden mag de totale bebouwde oppervlakte van een standplaats maximaal 50 % bedragen.
Voor wat betreft oppervlaktes van stacaravans, is het beleid bouwvergunningvrije stacaravans op campings leidend. De brandveiligheidsvoorwaarden en Wor vergunningen zijn namelijk lager in regelgeving dan de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Bestaande stacaravans
De beleidsregels 'bouwvergunningvrije stacaravans op campings' worden van kracht na bekendmaking ervan. Aan de hand van dit beleid wordt handhavend opgetreden vanaf het van kracht worden van deze beleidsregel, de zogenaamde peildatum. Het beleid is niet van toepassing op de bestaande stacaravans, die momenteel op de campings staan, met uitzondering van die gevallen waarin reeds aangeschreven is. Het beleid is wel van toepassing bij gehele vernieuwing dan wel herplaatsing van een bestaande stacaravan die niet voldoet aan de voorwaarden uit dit beleid 'bouwvergunningvrije stacaravans op campings' alsmede op nieuw te plaatsen caravans. Dit betekent een zogenaamde overgangsbepaling voor de bestaande caravans die geplaatst zijn voor de genoemde peildatum en die niet voldoen aan de voorwaarden van dit beleid, of anderszins niet kunnen worden aangemerkt als een caravan in de zin van de Wet op de openluchtrecreatie.
Status beleid
De beperking van bouwvergunningvrije stacaravans op campings moet worden aangemerkt als een beleidsregel als bedoeld in artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht.
Besluit van 13 juli 2002, houdende voorschriften omtrent het bouwen waarvoor het vereiste van een bouwvergunning niet geldt, en omtrent het bouwen waarvoor een lichte bouwvergunning vereist is (Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 december 2001, nr. MJZ2001143595, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 12a, vierde lid, 43, eerste lid, onderdeel c, en 44, tweede lid, van de Woningwet, en op artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
De Raad van State gehoord (advies van 30 mei 2002, nr. W08.02.0016/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 juli 2002, nr. MJZ2002056919, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
achtererf: gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
antennedrager: antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
daknok: hoogste punt van een schuin dak;
dakvoet: laagste punt van een schuin dak;
eerste verdieping: tweede bouwlaag van de woning of het woongebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
erf: al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
voorerf: gedeelte van het erf dat aan voorkant van het gebouw is gelegen;
voorgevelrooilijn: voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de gemeentelijke bouwverordening;
weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;
wet: Woningwet;
zijerf: gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
2.
Tenzij anders bepaald, worden de in dit besluit genoemde:
a.
afstanden loodrecht gemeten, en
b.
maten buitenwerks gemeten.
Hoofdstuk II. Bouwvergunningsvrij bouwen
Artikel 2
Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 4, wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet aangemerkt:
a.
het bouwen van een op de grond staande aan- of uitbouw van ??n bouwlaag aan een bestaande woning of een bestaand woongebouw, die strekt tot vergroting van het woongenot, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
gebouwd aan:
a)
de oorspronkelijke achtergevel op meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen, of
b)
een niet naar de weg of het openbaar groen gekeerde oorspronkelijke zijgevel op meer dan 1 m van het voorerf en meer dan 1 m van het naburige erf,
2?.
niet hoger dan:
a)
4 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein,
b)
0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van die woning of dat woongebouw, en
c)
de woning of het woongebouw,
3?.
gebouwd binnen de breedte van de gevel waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd,
4?.
minder dan 2,5 m diep,
5?.
zij- of achtererf door dat bouwen voor niet meer dan 50% bebouwd, en
6?.
niet gebouwd aan een woning of woongebouw als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet, aan een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet of aan een woning of woongebouw die of dat niet voor permanente bewoning is bestemd;
b.
het bouwen van een op de grond staand bijgebouw van ??n bouwlaag of een op de grond staande overkapping van ??n bouwlaag bij een bestaande woning of bestaand woongebouw, dat of die strekt tot vergroting van het woongenot, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
gebouwd op:
a)
het achtererf op meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen, of
b)
een niet naar de weg of het openbaar groen gekeerd zijerf op meer dan 1 m van het voorerf, en
c)
indien de bruto-oppervlakte van het bijgebouw of de overkapping meer is dan 10 m2: meer dan 1 m van het naburige erf,
2?.
niet hoger dan 3 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein,
3?.
zij- of achtererf door dat bouwen voor niet meer dan 50% bebouwd,
4?.
de totale bruto-oppervlakte van de op het erf aanwezige bouwvergunningsvrij gebouwde bijgebouwen en overkappingen minder dan 30 m2, en
5?.
niet gebouwd bij een woning of woongebouw als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet, bij een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet of bij een woning of woongebouw die of dat niet voor permanente bewoning is bestemd;
c.
het veranderen van een kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel van een bestaande woning, bestaand woongebouw of een bij een bestaande woning of een bestaand woongebouw behorend bijgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
niet aangebracht in de voorgevel van een woning of woongebouw of een naar de weg of het openbaar groen gekeerde zijgevel van een woning of woongebouw, en
2?.
de bestaande gevelopening wijzigt niet;
d.
het bouwen van een dakkapel op een bestaand gebouw, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
gebouwd op het achterdakvlak of een niet naar de weg of het openbaar groen gekeerd zijdakvlak,
2?.
afstand tot de voorgevel meer dan 1 m,
3?.
voorzien van een plat dak,
4?.
zijwanden ondoorzichtig,
5?.
hoogte, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, minder dan 1,5 m,
6?.
onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet,
7?.
bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok,
8?.
zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak, en
9?.
niet gebouwd op een woning of woongebouw als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet, op een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet of op een woning of woongebouw die of dat niet voor permanente bewoning is bestemd;
e.
het bouwen van een erf- of perceelafscheiding, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?.
niet hoger dan 1 m, of
2?.
niet hoger dan 2 m en gebouwd:
a)
op een erf of perceel waarop reeds een gebouw staat,
b)
meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn, en
c)
meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen.
Artikel 3
1. Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 5 wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet voorts aangemerkt:
a. het bouwen van een dakraam in een bestaand gebouw, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. onderzijde meer dan 0,5 m boven de dakvoet,
2?. bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok, en
3?. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak;
b. het bouwen van een bouwwerk van beperkte omvang op een erf, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder dan 1 m,
2?. bruto-oppervlakte minder dan 2 m2, en
3?. voor-, zij- of achtererf voor niet meer dan 50% bebouwd;
c. het bouwen van een collector voor warmteopwekking op of aan een bouwwerk ten behoeve van de warmtevoorziening van het gebruik van dat bouwwerk of van op hetzelfde perceel gelegen andere bouwwerken, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. bij plaatsing:
a) op een schuin dakvlak:
1) binnen het vlak van het dak,
2) in of direct op het dakvlak, en
3) hellingshoek gelijk aan hellingshoek dakvlak,
b) op een plat dakvlak:
1) afstand tot dakranden ten minste gelijk aan hoogte collector, en
2) hellingshoek ten hoogste 35?, en
2?. indien de collector niet een geheel vormt met de installatie voor het opslaan van het water: die installatie in dat bouwwerk is geplaatst;
d. het bouwen van een paneel voor de opwekking van elektriciteit uit daglicht op of aan een bouwwerk ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening van het gebruik van dat bouwwerk of van op hetzelfde perceel gelegen andere bouwwerken, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. bij plaatsing:
a) op een schuin dakvlak:
1) binnen het vlak van het dak,
2) in of direct op het dakvlak, en
3) hellingshoek gelijk aan hellingshoek dakvlak,
b) op een plat dakvlak:
1) afstand tot dakranden ten minste gelijk aan hoogte paneel, en
2) hellingshoek ten hoogste 35?, en
2?. indien het paneel niet een geheel vormt met de installatie voor het omzetten van de opgewekte elektriciteit: die installatie in dat bouwwerk is geplaatst;
e. het bouwen van een antenne-installatie ten behoeve van mobiele telecommunicatie, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. bij bouwen op of aan een bouwwerk:
a) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, minder is dan 0,5 m, en de techniekkast:
1) inpandig of ondergronds is geplaatst,
2) op de grond is geplaatst en kleiner is dan 0,2 m3, of
3) op een plat dak is geplaatst, kleiner is dan 0,2 m3 en meer dan 1 m achter de dakrand is geplaatst, of
b) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, of indien bevestigd aan een gevel van een gebouw, gemeten vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, minder is dan 5 m, en:
1) de antenne, met antennedrager, geplaatst is op een hoogte van meer dan 9 m, gemeten vanaf het bij het bouwwerk aansluitende terrein,
2) de techniekkast:
? inpandig of ondergronds is geplaatst, of
? op een plat dak is geplaatst, kleiner is dan 2 m3 en meer dan 1 m achter de dakrand is geplaatst,
3) de bedrading in of direct langs de antennedrager of inpandig is aangebracht, dan wel in een kabelgoot, mits deze kabelgoot meer dan 1 m achter de voorgevel is geplaatst, en
4) de antennedrager bij plaatsing op het dak van een gebouw:
? aan of bij een op het dak aanwezig object is geplaatst,
? in het midden van het dak is geplaatst, of
? elders op het dak is geplaatst, mits de afstand in m tot de voorgevel van het bouwwerk ten minste gelijk is aan: 18 gedeeld door de hoogte waarop de antenne, met antennedrager, is geplaatst, gemeten vanaf het bij het gebouw aansluitende terrein tot aan de voet van de antenne, met antennedrager, of
2?. bij bouwen op of aan een hoogspanningsmast, wegportaal, reclamezuil, lichtmast, windmolen, sirenemast, een niet van een bouwwerk deel uitmakende schoorsteen, of op een bouwvergunningplichtige antenne-installatie:
a) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet minder is dan 5 m,
b) de antenne is geplaatst op een hoogte van meer dan 3 m, gemeten vanaf het bij het bouwwerk aansluitende terrein, en
c) de techniekkast:
1) inpandig of ondergronds is geplaatst, of
2) op de grond is geplaatst en kleiner is dan 2 m3;
f. het bouwen van een andere antenne-installatie dan bedoeld in onderdeel e van dit lid en in onderdeel c van het derde lid van dit artikel, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de antenne-installatie achter het voorerf is geplaatst,
2?. indien het een schotelantenne betreft:
a) de doorsnede van de antenne minder is dan 2 m, en
b) de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, minder is dan 3 m, of
3?. indien het een andere antenne betreft dan bedoeld onder 2?: de hoogte van de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, of indien deze is bevestigd aan de gevel, gemeten vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, minder is dan 5 m;
g. het bouwen van een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de hoogte van de container, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 2 m, en
2?. indien de container bovengronds wordt geplaatst: de bruto-oppervlakte minder is dan 4 m2;
h. het bouwen van een gebouw ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 3 m, en
2?. de bruto-oppervlakte minder is dan 15 m2;
i. het bouwen van een rolhek, luik of rolluik bij andere gebouwen dan woningen en woongebouwen, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. het rolhek, luik of rolluik aan de binnenzijde van de uitwendige scheidingsconstructie is geplaatst, en
2?. voor ten minste 90% uit glasheldere doorkijkopeningen bestaat;
j. het bouwen van een magazijnstelling die uitsluitend steunt op een vloer van het gebouw waarin zij wordt geplaatst, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de hoogte, gemeten vanaf de voet, meer is dan 3 m maar minder dan 8,5 m, en
2?. de magazijnstelling niet is voorzien van een verdiepingsvloer of loopbrug;
k. het aanbrengen van een verandering van niet-ingrijpende aard aan een bestaand bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
1?. de verandering geen betrekking heeft op de draagconstructie van dat bouwwerk,
2?. de bebouwde oppervlakte niet wordt uitgebreid, en
3?. het bestaande niet-wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd.
2. Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 5 wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet voorts aangemerkt het bouwen van:
a. een speeltoestel, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Warenwetbesluit attractie en speeltoestellen, mits de hoogte, gemeten vanaf de voet, minder is dan 3 m;
b. tuinmeubilair, mits de hoogte, gemeten vanaf de voet, minder is dan 2 m.
3. Behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de wet voorts aangemerkt het bouwen van:
a. a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, op, over, onder of bij een weg of railweg, dan wel in, onder of bij een water, voor zover het betreft:
1?. bouwwerken ten behoeve van verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding, verlichting of tolheffing,
2?. bovenleidingen met de bijbehorende draagconstructies of seinpalen,
3?. elektriciteitskastjes of centrale-antenne-inrichtingskastjes,
4?. ondergrondse buis- en leidingstelsels ten behoeve van perceelsaansluitingen,
5?. andere naar aard en omvang met de onder 1?, 2?, 3? of 4? genoemde bouwwerken vergelijkbare bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer, het verkeer, de waterhuishouding, de drinkwatervoorziening, de riolering, de energievoorziening of de telecommunicatie;
b. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
c. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of de dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
d. straatmeubilair;
e. een zonwering, rolhek of rolluik bij woningen en woongebouwen;
f. een afscheiding tussen balkons of dakterrassen.
Hoofdstuk III. Licht-bouwvergunningplichtig bouwen
Artikel 4
1. Een lichte bouwvergunning is vereist voor het bouwen, bedoeld in artikel 2, indien dat plaatsvindt:
a. in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of
b. in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
2. Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen van een in de aanhef van een geletterd onderdeel van artikel 2 bedoeld bouwwerk dat niet voldoet aan de in dat onderdeel gegeven kenmerken, met dien verstande dat:
a. van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel a, de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m;
b. van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel b:
1?. de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m, en
2?. de bruto-oppervlakte minder is dan 50 m2.
Artikel 5
1.
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen, bedoeld in artikel 3, indien dat plaatsvindt:
a.
in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of
b.
in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
2.
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen van een in de aanhef van een geletterd onderdeel van artikel 3, eerste lid, bedoeld bouwwerk dat niet voldoet aan de in dat onderdeel gegeven kenmerken, met dien verstande dat:
a.
van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel b:
1?.
de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 3 m, en
2?.
de bruto-oppervlakte minder is dan 5 m2;
b.
van de bouwwerken, bedoeld in de aanhef van de onderdelen e en f, de hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne, of indien de antenne is geplaatst op een antennedrager, gemeten vanaf de voet van de antennedrager, minder is dan 40 m;
c.
van het bouwwerk, bedoeld in de aanhef van onderdeel h:
1?.
de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m, en
2?.
de bruto-oppervlakte minder is dan 50 m2.
3.
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen van een in artikel 3, tweede lid, bedoeld bouwwerk dat hoger is dan in dat lid is aangegeven, met dien verstande dat de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, minder is dan 5 m.
Artikel 6
Een lichte bouwvergunning is voorts vereist voor het bouwen:
a.
bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdelen a en b, van de wet, indien dat plaatsvindt:
1?.
in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of
2?.
in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988;
b.
van een balkon, mits de bruto-oppervlakte minder is dan 2 m2;
c.
van een vloerafscheiding op een balkon of dakterras;
d.
van een zonwering bij andere gebouwen dan woningen en woongebouwen;
e.
van een op de grond staande reclamezuil.
Hoofdstuk IIIA [Vervallen per 01-01-2003]
Artikel 6a [Vervallen per 01-01-2003]
Hoofdstuk IV. Welstandscriteria
Artikel 7
Criteria als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de wet ten aanzien van het bouwen, bedoeld in artikel 4, beschrijven de welstand uitputtend en hebben uitsluitend betrekking op de plaatsing, de vorm, de maatvoering, het materiaalgebruik en de kleur.
Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8 [Vervallen per 01-01-2003]
Artikel 9
Artikel 40, eerste lid, van de wet blijft buiten toepassing ten aanzien van het bouwen waarmee reeds was aangevangen voor de inwerkingtreding van de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van dit besluit, indien op het tijdstip waarmee met dat bouwen is begonnen, geen bouwvergunning was vereist.
Artikel 10
[Wijzigt het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985.]
Artikel 11
[Wijzigt dit besluit.]
Artikel 12
[Wijzigt het Besluit meldingplichtige bouwwerken.]
Artikel 13
1.
De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2.
Artikel 8 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 14
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 13 juli 2002
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. W. Remkes
Uitgegeven de achtste augustus 2002
De Minister van Justitie a.i.,
J. P. Balkenende
Zo genoeg?
Re: wanneer vergunningplichtig
Naam: Jos Mulder (datum: 12-10-2007 14:29)
Tjee, bedankt hoor voor je uitgebreidde antwoord!! Ik wist dat het een complex verhaal zou worden, ga 't eerst wel even doorlezen. Dan kan ik je vraag beantwoorden of het zo genoeg is! Hahaha ;)
Naam: Jos Mulder (datum: 12-10-2007 14:29)
Tjee, bedankt hoor voor je uitgebreidde antwoord!! Ik wist dat het een complex verhaal zou worden, ga 't eerst wel even doorlezen. Dan kan ik je vraag beantwoorden of het zo genoeg is! Hahaha ;)
Re: wanneer vergunningplichtig
Naam: Jos Mulder (datum: 12-10-2007 14:47)
Het is een prachtig antwoord hoor.
Echter mis ik het gebied waar de ingreep zeg maar zo klein is dat het niet wordt gerekend onder het vergunningsvrij bouwen.
Mijn vraag is namelijk ontstaan uit een bouwcontrole, waar blijkt dat er een 1,5m verdiept terras omscheiden door muurtjes werd aangelegd.
Nu heb ik van een collega begrepen, dat dit wordt gerekend onder een "aanpassing van niet ingrijpende aard". De beschrijving vind ik vrij vaag. Er wordt gesteld dat het vergunningsvrij is, wanneer het niet hoger wordt dan 1m tav peil, en wanneer niet meer dan 50% van het voorerf/ zijerf of achtererf wordt bebouwd, en wanneer het bruto-oppervlak niet meer dan 2m2 wordt. Dus bij deze is mijn vraag beantwoord, je mag een terras aanleggen zeg maar 1 v.d. lager (bv kelder) met oppervlak 2m2 en omringd door een muurtje van 1m hoogte.
Naam: Jos Mulder (datum: 12-10-2007 14:47)
Het is een prachtig antwoord hoor.
Echter mis ik het gebied waar de ingreep zeg maar zo klein is dat het niet wordt gerekend onder het vergunningsvrij bouwen.
Mijn vraag is namelijk ontstaan uit een bouwcontrole, waar blijkt dat er een 1,5m verdiept terras omscheiden door muurtjes werd aangelegd.
Nu heb ik van een collega begrepen, dat dit wordt gerekend onder een "aanpassing van niet ingrijpende aard". De beschrijving vind ik vrij vaag. Er wordt gesteld dat het vergunningsvrij is, wanneer het niet hoger wordt dan 1m tav peil, en wanneer niet meer dan 50% van het voorerf/ zijerf of achtererf wordt bebouwd, en wanneer het bruto-oppervlak niet meer dan 2m2 wordt. Dus bij deze is mijn vraag beantwoord, je mag een terras aanleggen zeg maar 1 v.d. lager (bv kelder) met oppervlak 2m2 en omringd door een muurtje van 1m hoogte.
Re: wanneer vergunningplichtig
Naam: J. Bolte , van Yacht (datum: 15-10-2007 09:36)
Dan zou je 3.1.k van het BBLB (wat iemand al liefdevol heeft gecopy-paste hierboven) eens moeten doorlezen.
even over de opzet van de artikelen. Ze beginnen allemaal met een omschrijving van het object, waarna er onder de subleden criteria gegeven worden. Wanneer iets dus in geen enkele omschrijving past, is het regulier vergunningsplichtig op basis van art. 40 Ww.
Wanneer het wel bij een van de omschrijvingen past, ga je de criteria checken om te zien wat voor vergunning (of niet) je nodig hebt.
De omschrijving bij het artikel wat ik hierboven noemde geeft aan dat een bouwwerk 'van niet ingrijpende aard' moet zijn om vergunningsvrij te kunnen zijn. Wat dat nou precies is, dat moet de gemeente bepalen. Als maatstaf daarvoor zullen zij de ruimtelijke en visuele impact beschouwen.
De beslissing ligt dus bij B&W van je eigen gemeente, niet bij derden. De mening van je collega is dan ook alleen dat... Het kan overigens goed zijn dat er wel een vergunningsplicht is, maar dat de toetsing weinig inhoudt en je bouwwerk gewoon geplaatst mag blijven.
Naam: J. Bolte , van Yacht (datum: 15-10-2007 09:36)
Dan zou je 3.1.k van het BBLB (wat iemand al liefdevol heeft gecopy-paste hierboven) eens moeten doorlezen.
even over de opzet van de artikelen. Ze beginnen allemaal met een omschrijving van het object, waarna er onder de subleden criteria gegeven worden. Wanneer iets dus in geen enkele omschrijving past, is het regulier vergunningsplichtig op basis van art. 40 Ww.
Wanneer het wel bij een van de omschrijvingen past, ga je de criteria checken om te zien wat voor vergunning (of niet) je nodig hebt.
De omschrijving bij het artikel wat ik hierboven noemde geeft aan dat een bouwwerk 'van niet ingrijpende aard' moet zijn om vergunningsvrij te kunnen zijn. Wat dat nou precies is, dat moet de gemeente bepalen. Als maatstaf daarvoor zullen zij de ruimtelijke en visuele impact beschouwen.
De beslissing ligt dus bij B&W van je eigen gemeente, niet bij derden. De mening van je collega is dan ook alleen dat... Het kan overigens goed zijn dat er wel een vergunningsplicht is, maar dat de toetsing weinig inhoudt en je bouwwerk gewoon geplaatst mag blijven.
Re: wanneer vergunningplichtig
Naam: Meijer (datum: 20-05-2012 18:12)
we hebben achter ons huis een overkapping staan , nu willen wij het vernieuwen , maar nu loopt het scheef , willen een kant ongeveer 20 hoger maken , zodat het recht loopt , moeten wij hietvoor een vergunning vooe aan vragen , er veranderd niet veel , wordt beter ook zodat we geen probleem hebben met vocht afscheiding , willen er een goed dak op hebben , met isolatie ,
mvgr M Meijer
Reageer
Naam: Meijer (datum: 20-05-2012 18:12)
we hebben achter ons huis een overkapping staan , nu willen wij het vernieuwen , maar nu loopt het scheef , willen een kant ongeveer 20 hoger maken , zodat het recht loopt , moeten wij hietvoor een vergunning vooe aan vragen , er veranderd niet veel , wordt beter ook zodat we geen probleem hebben met vocht afscheiding , willen er een goed dak op hebben , met isolatie ,
mvgr M Meijer