Zoek binnen het forum
Vraag: equivalent daglictoppervlak
Naam: Ivo Kraus, van Gemeente Roosendaal (datum: 21-05-2001 16:02)
Indien bij een bouwaanvraag voor een nieuwbouw woning een dakraam wordt geplaatst,waarbij de bovenkant van dat raam is gelegen op 2.20 m+vloerpeil, mag deze dan volledig worden meegerekend in de berekening van de equivalente daglichttoetreding of is hier een bepalingsmethode voor ?
Reageer
Naam: Ivo Kraus, van Gemeente Roosendaal (datum: 21-05-2001 16:02)
Indien bij een bouwaanvraag voor een nieuwbouw woning een dakraam wordt geplaatst,waarbij de bovenkant van dat raam is gelegen op 2.20 m+vloerpeil, mag deze dan volledig worden meegerekend in de berekening van de equivalente daglichttoetreding of is hier een bepalingsmethode voor ?
Reageer
Reactie: equivalent daglictoppervlak
Naam: H. de Jong , van vd Bijl & Wijffels architecten (datum: 24-05-2001 15:32)
Hier is inderdaad een norm/bepalingsmethode voor;
NEN 2057:1991 NL
NEN 2057:1991/A1:1997 NL
www.nen.nl
Naam: H. de Jong , van vd Bijl & Wijffels architecten (datum: 24-05-2001 15:32)
Hier is inderdaad een norm/bepalingsmethode voor;
NEN 2057:1991 NL
NEN 2057:1991/A1:1997 NL
www.nen.nl
Reactie: equivalent daglictoppervlak
Naam: Pol , van VANDEHOEK-COENEGRACHT-architecten (datum: 30-05-2001 16:47)
ga eens kijken bij:
http://www.dataweb.nl/~overveld/art15.htm
Equivalente daglichtoppervlakte van een dakraam.
Ir. M. van Overveld
Op welke wijze moet de equivalente daglichtoppervlakte worden bepaald voor een verblijfsgebied dat is gelegen onder een schuine kap? Daarover gaat dit artikel. Het blijkt dat in een dergelijke situatie de grootte van de equivalente daglichtoppervlakte verband kan houden met het soort ruimte waarin een raam zich bevindt.
Fictieve inwendige scheidingsconstructie
Een verblijfsgebied moet een minimale hoogte hebben. Onder een schuin dak ligt altijd een ruimte die niet aan deze hoogte voldoet en daarom niet als verblijfsgebied kan worden aangemerkt. Deze ruimte noemen we onbenoemde ruimte. Het kan voorkomen dat een raam dat niet al te hoog wordt geplaatst alleen grenst aan de onbenoemde ruimte en niet aan het verblijfsgebied. Voor het bepalen van de equivalente daglichtoppervlakte moet dan de scheiding tussen de verblijfsruimte en de onbenoemde ruimte als een fictieve inwendige scheidingsconstructie worden beschouwd. Het projectievlak van de daglichtopening valt samen met deze fictieve inwendige scheidingsconstructie.
H. de Jong schreef:
-------------------------------
Hier is inderdaad een norm/bepalingsmethode voor;
NEN 2057:1991 NL
NEN 2057:1991/A1:1997 NL
www.nen.nl
Reageer
Naam: Pol , van VANDEHOEK-COENEGRACHT-architecten (datum: 30-05-2001 16:47)
ga eens kijken bij:
http://www.dataweb.nl/~overveld/art15.htm
Equivalente daglichtoppervlakte van een dakraam.
Ir. M. van Overveld
Op welke wijze moet de equivalente daglichtoppervlakte worden bepaald voor een verblijfsgebied dat is gelegen onder een schuine kap? Daarover gaat dit artikel. Het blijkt dat in een dergelijke situatie de grootte van de equivalente daglichtoppervlakte verband kan houden met het soort ruimte waarin een raam zich bevindt.
Fictieve inwendige scheidingsconstructie
Een verblijfsgebied moet een minimale hoogte hebben. Onder een schuin dak ligt altijd een ruimte die niet aan deze hoogte voldoet en daarom niet als verblijfsgebied kan worden aangemerkt. Deze ruimte noemen we onbenoemde ruimte. Het kan voorkomen dat een raam dat niet al te hoog wordt geplaatst alleen grenst aan de onbenoemde ruimte en niet aan het verblijfsgebied. Voor het bepalen van de equivalente daglichtoppervlakte moet dan de scheiding tussen de verblijfsruimte en de onbenoemde ruimte als een fictieve inwendige scheidingsconstructie worden beschouwd. Het projectievlak van de daglichtopening valt samen met deze fictieve inwendige scheidingsconstructie.
H. de Jong schreef:
-------------------------------
Hier is inderdaad een norm/bepalingsmethode voor;
NEN 2057:1991 NL
NEN 2057:1991/A1:1997 NL
www.nen.nl