Zoek binnen het forum
Vraag: Aantal toiletten
Naam: JH (datum: 14-04-2006 11:18)
Stel, ik heb een kantoorfunctie B3 van 360 m2 en een onderwijsfunctie B2 van 3360 m2.
Aantal vereiste toiletten:
- kantoorfunctie: 360 / 150 = 3 toiletten;
- onderwijsfunctie: 3360 / 60 = 56 toiletten;
Aantal toe te passen toiletten in het gebouw: 56 toiletten, waarvan 3 gemeenschappelijk.
Vraag: Is dit een juiste toepassing van art. 5.35 lid 6 ("Een toiletruimte kan een gemeenschappelijke toiletruimte zijn.")
En zo nee, hoe moet ik dit lid dan wel uitleggen?
Reageer
Naam: JH (datum: 14-04-2006 11:18)
Stel, ik heb een kantoorfunctie B3 van 360 m2 en een onderwijsfunctie B2 van 3360 m2.
Aantal vereiste toiletten:
- kantoorfunctie: 360 / 150 = 3 toiletten;
- onderwijsfunctie: 3360 / 60 = 56 toiletten;
Aantal toe te passen toiletten in het gebouw: 56 toiletten, waarvan 3 gemeenschappelijk.
Vraag: Is dit een juiste toepassing van art. 5.35 lid 6 ("Een toiletruimte kan een gemeenschappelijke toiletruimte zijn.")
En zo nee, hoe moet ik dit lid dan wel uitleggen?
Reageer
Re: Aantal toiletten
Naam: Jack , van SA (datum: 14-04-2006 12:47)
Deze interpretatie is volgens mij niet juist. In feite bepaal je nu het aantal toiletten aan de hand van de zwaarste eis (grootste gebruiksfunctie in dit geval), en ga je voorbij aan de eis voor gebruiksfunctie kantoor.
In dit geval als volgt bepalen:
360/150 + 3360/60 = 2,4 + 56,0 = 58,4 = 59 toiletruimten. Met gemeenschappelijk wordt bedoeld dat er in dit geval bijvoorbeeld best 4 toiletruimte bij de kantoorfunctie mogen worden gesitueerd, en 55 bij de onderwijsfunctie.
Hou ook rekening met het volgende:
- voor deze berekening uitgaan van het gebruiksoppervlak (bezettingsgraad kan dan verschillen tov bezettingsgraad verblijfsgebied);
- hou rekening met (10%) miva-toiletten; in dit geval dus 6. Deze zijn onderdeel van de 59 vereiste toiletten (niet extra er bij tellen).
Naam: Jack , van SA (datum: 14-04-2006 12:47)
Deze interpretatie is volgens mij niet juist. In feite bepaal je nu het aantal toiletten aan de hand van de zwaarste eis (grootste gebruiksfunctie in dit geval), en ga je voorbij aan de eis voor gebruiksfunctie kantoor.
In dit geval als volgt bepalen:
360/150 + 3360/60 = 2,4 + 56,0 = 58,4 = 59 toiletruimten. Met gemeenschappelijk wordt bedoeld dat er in dit geval bijvoorbeeld best 4 toiletruimte bij de kantoorfunctie mogen worden gesitueerd, en 55 bij de onderwijsfunctie.
Hou ook rekening met het volgende:
- voor deze berekening uitgaan van het gebruiksoppervlak (bezettingsgraad kan dan verschillen tov bezettingsgraad verblijfsgebied);
- hou rekening met (10%) miva-toiletten; in dit geval dus 6. Deze zijn onderdeel van de 59 vereiste toiletten (niet extra er bij tellen).
Re: Aantal toiletten
Naam: Richard Bluemink (datum: 14-04-2006 13:11)
@ Jack: Hoe leg ik het volgende citaat dan uit?
.
"Een toiletruimte kan binnen het hoofdgedeelte van de gebruiksfunctie liggen, maar ook daarbuiten. De toiletruimte behoort dan of tot een individuele gebruiksfunctie, zoals een woning, of tot meer dan ??n gebruiksfunctie. Zo kunnen op grond van het derde lid kleine woningen in een woongebouw een gemeenschappelijke toiletruimte hebben.
Hierbij is een maximum gesteld aan de daarop aangewezen gebruiksoppervlakte om te voorkomen dat te veel mensen die toiletruimte moeten delen. Krachtens het zesde lid kunnen toiletruimten van de meeste gebruiksfuncties die niet tot bewoning zijn bestemd, gemeenschappelijk zijn. Dit wil zeggen, dat op zo'n toiletruimte meerdere gebruiksfuncties in hetzelfde gebouw kunnen zijn aangewezen. Deze gebruiksfuncties kunnen gelijksoortig zijn, bijvoorbeeld twee winkels (elke gebruikseenheid is immers ??n gebruiksfunctie), maar ook ongelijksoortig, zoals een winkel en een kantoor."
.
Er staat toch letterlijk dat een toilet tot meer dan 1 gebruiksfunctie kan behoren?
Naam: Richard Bluemink (datum: 14-04-2006 13:11)
@ Jack: Hoe leg ik het volgende citaat dan uit?
.
"Een toiletruimte kan binnen het hoofdgedeelte van de gebruiksfunctie liggen, maar ook daarbuiten. De toiletruimte behoort dan of tot een individuele gebruiksfunctie, zoals een woning, of tot meer dan ??n gebruiksfunctie. Zo kunnen op grond van het derde lid kleine woningen in een woongebouw een gemeenschappelijke toiletruimte hebben.
Hierbij is een maximum gesteld aan de daarop aangewezen gebruiksoppervlakte om te voorkomen dat te veel mensen die toiletruimte moeten delen. Krachtens het zesde lid kunnen toiletruimten van de meeste gebruiksfuncties die niet tot bewoning zijn bestemd, gemeenschappelijk zijn. Dit wil zeggen, dat op zo'n toiletruimte meerdere gebruiksfuncties in hetzelfde gebouw kunnen zijn aangewezen. Deze gebruiksfuncties kunnen gelijksoortig zijn, bijvoorbeeld twee winkels (elke gebruikseenheid is immers ??n gebruiksfunctie), maar ook ongelijksoortig, zoals een winkel en een kantoor."
.
Er staat toch letterlijk dat een toilet tot meer dan 1 gebruiksfunctie kan behoren?
Re: Aantal toiletten
Naam: Richard Bluemink (datum: 14-04-2006 13:16)
een toilet = 1 toilet?
Naam: Richard Bluemink (datum: 14-04-2006 13:16)
een toilet = 1 toilet?
Re: Aantal toiletten
Naam: Jack , van SA (datum: 14-04-2006 13:45)
Dat citaat geeft alleen maar aan wat ik ook al meldde, nl. dat het vereiste aantal toiletten voor kantoorfunctie niet perse in die kantoorfunctie hoeft te zijn gelegen, en andersom geldt dat ook voor de onderwijsfunctie.
Als je de redenatie volgt zoals in de vraag, dan wordt het GO van de kantoorfunctie helemaal niet meegenomen in de berekening van het aantal toiletten. Als de verschillen wat kleiner zouden zijn, en je op basis van de ene functie 10 toiletten zou moeten hebben, en op basis van de andere functie 30 toiletten dan zou je volgens die redenatie met 30 toiletten mogen volstaan?
Ik dacht het niet...!
Naam: Jack , van SA (datum: 14-04-2006 13:45)
Dat citaat geeft alleen maar aan wat ik ook al meldde, nl. dat het vereiste aantal toiletten voor kantoorfunctie niet perse in die kantoorfunctie hoeft te zijn gelegen, en andersom geldt dat ook voor de onderwijsfunctie.
Als je de redenatie volgt zoals in de vraag, dan wordt het GO van de kantoorfunctie helemaal niet meegenomen in de berekening van het aantal toiletten. Als de verschillen wat kleiner zouden zijn, en je op basis van de ene functie 10 toiletten zou moeten hebben, en op basis van de andere functie 30 toiletten dan zou je volgens die redenatie met 30 toiletten mogen volstaan?
Ik dacht het niet...!
Re: Aantal toiletten
Naam: E. Pennings , van Buro BOV (datum: 14-04-2006 14:45)
Eigenlijk moet je het ook andersom bekijken: niet hoeveel toiletten er per gebruiksfunctie nodig zijn, maar hoeveel m2 gebruiksoppervlakte er op ieder toilet aangewezen is. En de maximale maat daarvan is weer afhankelijk van de bezettingsgraadklasse. Op die manier kom je er volgens mij altijd uit: is er op ieder toilet het maximale aantal m2 GO aangewezen en heb je dan nog m2 GO over, dan moeten er dus een of meer toiletruimten bij komen.
Als de toiletruimte een gemeenschappelijke is, zijn er dus m2 GO van meer dan 1 gebruiksfunctie op aangewezen. Dat kunnen verschillende gebruiksfuncties zijn (bv kantoor en onderwijs), maar ook gebruiksfuncties van dezelfde soort (bv meerdere kantoorfuncties of meerdere onderwijsfuncties).
Naam: E. Pennings , van Buro BOV (datum: 14-04-2006 14:45)
Eigenlijk moet je het ook andersom bekijken: niet hoeveel toiletten er per gebruiksfunctie nodig zijn, maar hoeveel m2 gebruiksoppervlakte er op ieder toilet aangewezen is. En de maximale maat daarvan is weer afhankelijk van de bezettingsgraadklasse. Op die manier kom je er volgens mij altijd uit: is er op ieder toilet het maximale aantal m2 GO aangewezen en heb je dan nog m2 GO over, dan moeten er dus een of meer toiletruimten bij komen.
Als de toiletruimte een gemeenschappelijke is, zijn er dus m2 GO van meer dan 1 gebruiksfunctie op aangewezen. Dat kunnen verschillende gebruiksfuncties zijn (bv kantoor en onderwijs), maar ook gebruiksfuncties van dezelfde soort (bv meerdere kantoorfuncties of meerdere onderwijsfuncties).
Re: Aantal toiletten
Naam: E. Pennings , van Buro BOV (datum: 14-04-2006 14:49)
Nog even het voorbeeldje van JH erbij.
Als ik 56 toiletten heb, 360 m2 GO met B3 en 3360 m2 met B2 krijg ik de volgende som:
Op ieder van de 56 toiletruimte is het maximale aantal m2 GO met bezettingsgraadklasse B2 aangewezen, oftewel: 56 x 60 = 3360 m2. Dan heb ik nog de 360 m2 GO met B3 over, die nog niet zijn toegewezen aan een toiletruimte. Oftewel, ik heb nog 3 extra toiletruimten nodig (met 2 zou ik nog 60 m2 GO overhouden).
Naam: E. Pennings , van Buro BOV (datum: 14-04-2006 14:49)
Nog even het voorbeeldje van JH erbij.
Als ik 56 toiletten heb, 360 m2 GO met B3 en 3360 m2 met B2 krijg ik de volgende som:
Op ieder van de 56 toiletruimte is het maximale aantal m2 GO met bezettingsgraadklasse B2 aangewezen, oftewel: 56 x 60 = 3360 m2. Dan heb ik nog de 360 m2 GO met B3 over, die nog niet zijn toegewezen aan een toiletruimte. Oftewel, ik heb nog 3 extra toiletruimten nodig (met 2 zou ik nog 60 m2 GO overhouden).
Re: Aantal toiletten
Naam: robert , van - (datum: 14-04-2006 15:04)
zie infoblad 101 op sbr.nl
Naam: robert , van - (datum: 14-04-2006 15:04)
zie infoblad 101 op sbr.nl
Re: Aantal toiletten
Naam: Teun , van - (datum: 19-04-2006 13:18)
Een vergelijkbare vraag heb ik aan de helpdesk van VROM voorgelegd bij deze hun antwoord.
Antwoord:
De eisen uit artikel 4.35 ten aanzien van het aantal toiletruimten geldt voor alle gebruiksfuncties apart. In artikel 4.35 lid 6 is aangegeven dat een toiletruimte ook een gemeenschappelijke toiletruimte kan zijn. Het is dus niet zo dat het aanwijzen van gemeenschappelijke toiletruimten leidt tot minder toiletruimten. Hoogstens kan in de afronding naar boven een voordeeltje ontstaan. Als er bijvoorbeeld 3 gebruiksfuncties in een gebouw zijn, met aantal berekende toiletten 10,8 6,8 en 2, dan zouden er 11 + 7 + 2 = 20 toiletten nodig zijn. Bij gemeenschappelijke toiletruimten zijn er 18,6, naar boven afgerond 19 toiletten, nodig. E?n minder dus.
Met vriendelijke groet,
Helpdesk Bouwregelgeving
Uw vraag:
Kunt u met een voorbeeld aangeven wat de juiste toepassing is van ar4.35 .6: "Een toiletruimte kan een gemeenschappelijke toiletruimte zijn." Het lijkt in conflict te zijn met de bepaling van de hoeveelheid toiletten in ar4.35 .4 en .5 waar per gebruiksfunctie en niet op gebouwnivo het aantal toiletten wordt bepaald.
Reageer
Naam: Teun , van - (datum: 19-04-2006 13:18)
Een vergelijkbare vraag heb ik aan de helpdesk van VROM voorgelegd bij deze hun antwoord.
Antwoord:
De eisen uit artikel 4.35 ten aanzien van het aantal toiletruimten geldt voor alle gebruiksfuncties apart. In artikel 4.35 lid 6 is aangegeven dat een toiletruimte ook een gemeenschappelijke toiletruimte kan zijn. Het is dus niet zo dat het aanwijzen van gemeenschappelijke toiletruimten leidt tot minder toiletruimten. Hoogstens kan in de afronding naar boven een voordeeltje ontstaan. Als er bijvoorbeeld 3 gebruiksfuncties in een gebouw zijn, met aantal berekende toiletten 10,8 6,8 en 2, dan zouden er 11 + 7 + 2 = 20 toiletten nodig zijn. Bij gemeenschappelijke toiletruimten zijn er 18,6, naar boven afgerond 19 toiletten, nodig. E?n minder dus.
Met vriendelijke groet,
Helpdesk Bouwregelgeving
Uw vraag:
Kunt u met een voorbeeld aangeven wat de juiste toepassing is van ar4.35 .6: "Een toiletruimte kan een gemeenschappelijke toiletruimte zijn." Het lijkt in conflict te zijn met de bepaling van de hoeveelheid toiletten in ar4.35 .4 en .5 waar per gebruiksfunctie en niet op gebouwnivo het aantal toiletten wordt bepaald.
![[ S&W Consultancy ]](topics//logo.gif){kind=logo}
![[ Emma Interieuradvies]](topics/index/emma.png)